Contact

Opmerking: De met * gemarkeerde velden zijn verplicht.

Je kan je verhaal op ""Bericht"" Plaatsen en daarna verzenden,

William Deymann Beste John, (ik wil eigenlijk lieve John schrijven maar dat staat zo vreemd toch? Dank voor je respect aan Julie, mijn moeder! Net zoals jouw moeder behoort ook Julie tot de vele duizenden vrouwen die op welke manier dan ook hun kinderen door de moeilijke jaren tijdens en ná de oorlog er doorheen hebben gesleept. John ik geniet vaak van jouw heerlijke soms terecht emotionele en compacte teksten. Jij bent een strijder. Vóór recht en tégen onrecht. En daar tussenin zit je hart. Een groot hart. Je komt ook op voor je vrouw. Die zoals zovelen hun vader hebben verloren. En de moeder van je vrouw haar man. Zoals Julie haar echtgenoot verloor. Een Indische jongen in 1944 vanuit Engeland op weg naar Frankrijk. Met een volle bommenwerper verongelukt. 29 jaar oud.

Al die vrouwen en kinderen die hun echtgenoten en soms ook kinderen hebben verloren. Al die broertjes en zusjes die soms een broertje of zusje verloren. Of soms meerdere broers en zusjes. En neven en nichtjes waar zij mee waren op gegroeid. En vriendjes en vriendinnetjes die opeens hun vijanden werden in 1945. Herdenken hoe doe je dat. Ook ik was stomverbaasd dat Silfraire Delhaye onlangs en trots met een krans liep te slepen en niet met de poster van de Indische Kwestie.

Vind ik Silfraire daardoor een lul? Eigenlijk wel zegt mijn straatjongens hart. Maar mijn hoofd zegt: De Indische Kwestie is belangrijker dan het slepen met kransen in dienst van de tegenstander. Want zolang de Indische Kwestie niet naar behoren is geregeld is de overheid als bewaker van de doofpotten de grootste tegenstander van de oplossing. Silfraire is dus geen lul maar vooral heel dom. Hij helpt nu mee om die doofpotten in stand te houden. Hij trapt zelfs in de bekende overheidsval van het schenken van een nieuw clubhuisje in Den Haag.

Silfraire is daarom totaal onbelangrijk geworden. Als hij niet uit zichzelf opstapt. Dan wordt het hoog tijd dat de Indische Kwestie mensen die dóór willen, zich omdraaien en desnoods opnieuw beginnen. En ja, iedereen die zich inzet voor de Indische Kwestie is gefrustreerd. Gefrustreerd omdat de kwestie dus nog steeds niet naar behoren is opgelost. Ik ben ook zwaar gefrustreerd. Ik kan echt niet zo koel en berekend zijn zoals Silfraire of zoals Martin van Wijk . Daar ben ik te emotioneel voor. Herken jij dat John? Ik hoop dus van harte dat Indische Kwestie mensen (h)eerlijk emotioneel blijven. Niks mis mee, als het doel maar duidelijk is. Mijn kinderen mogen best wel weten wat ik ná de oorlog heb gedaan om recht te doen aan de meer dan 80 familieleden die hun leven indertijd hebben verloren.

Houd je taai John!

 

Vandaag 08 sept 2017

 

Hypocriet Nederland.

 

Nederland gaat zich in een riool werpen dat hem zal opbreken en behoorlijk kan stinken, hij gaat ""de wandaden"" van de door hem uitgezonden Soldaten onder de loep  nemen hij zelf gaat hij het niet doen daarvoor is hij te laf,en laat het doen door advocaten die op uit zijn te scoren doch de regering financieerd  de Onderzoekers die 4 jaar  nodig hebben deze feiten aan het daglicht te brengen en deze schuwen niet namen te gebruiken van Officieren die leiding gevenden aan deze executies, maar de voornaamste namen van de opdrachtgevers zijn helaas niet meer te achterhalen... hoe geloof waardig is dit. Exact de aantal geexecuteerden en door wie het is gedaan dat weten ze wel.Hoeveel het zal kosten dat zien ze wel en dat zal een heleboel zijn geloof me . Is het niet wijselijk dat geld aan de personen  uit te betalen  die recht hebben voor hun achterstalige salaris die zij  tijdens hun 3 jarige krijgsgevanschap zijn onthouden dan te verspillen aan dit onzinnige onderzoek waarvan maar enkele van dat geld profiteren en mischien de slimme Indonesieer die gaat denken ,Oke jullie zien me als slachtoffer wel dan gedraag ik me ook als Slachtoffer. In een interview met een journalist van de Eindhovens Dagblad zei deze verhelderen; "Dat de schuld niet bij de Veteraan ligt, maar hoger op. Inplaats de Veteranen hun trauma's te behandelen, dropte de Nedrlandse Regering ze met een machine-geweer in de grote onbekend jungel vol gevaren met de boodschap"' Succes Jongens"" is het niet gek dat het zo uit de hand heeft kunnen lopen. De Veteraan verdienen meer begrip en respect. De Indonesieér zijn helemaal niet bezig met 'Slachtoffers"" zij die toen in de strijd vielen waren Helden van de Revolutie en ze eren hun als de mensen die de Indonesier de vrijheid hebben gegeven met hun leven en dat zijn voor hun de Helden. Verder is de kous voor hun af. In de USA worden Veteranen bedankt voor hun diensten gewoon door de burger en zelf een maaltijd wordt hierdoor in mindering gebracht het zijn gewoon simple zaken maar voor de Veteraan een Waardering. Hier in Nederland worden de Veteranen aan de galg gehangen nota bene door halve zolen gefinancieerd door de een stel partijleiders die tijdens de formatie van de Regering op vakantie gaat..... wat voor respect heb  ze voor de kiezers en het mooiste is dat tijdens dit land Regeringsloos is dat het prima met dit Land Gaat....Nederland moet nog veel leren.

Nee Hoor, de Nederlanderse Regering  blijven hangen aan hun kwaad geweten en proberen nu de heiligheid uit tehangen zonder het besef dat ze de laatste jaren van de Veteraan aan het vergallen zijn.Die daarvoor hun leven hebben gegeven voor het Koloniaal Bewin...Slaat nergens op.

Nederland zou een lesje moeten leren van de Indonesier in plaats van steeds maar schuld bekenen ten kosten van hun eigen mensen die nota bene door de regerings- schuld in het verdom hoeken worden getrapt en door personen die in de vrijheid waarvoor de Veteranen hebben gestreden dat geen hebben kunnen doen om nu achter hun bureau een smerige oorlog te kunnen evalueren .En voor de Veteraan....nog dit : Jij hebt in alle moelijke omstandigheden je werk gedaan.....In de modder gelopen en je prachtige jeugd verspeeld ten gunste van die regering die het woordje "Dank je Wel"' niet in hun woordenboek hebben staan....en ondank is wereld loon.....Honny soit qui mal y pense. De Veteraan voelt zich net als de Marinier die in opdracht heeft gewerkt de Punt tot een goed einde te hebben gebracht....VERRADEN.!!!

John Bruininga

Veteraan.

Wijk bij Duurstede 12 sept 2017.
Vandaag heb ik gekeken naar de uitzending "Een mooi woord voor Oorlog"
Mijn hart huilt als ik de hypocriete verhalen hoor over de zogenaamde wandaden die de Hollandse soldaten in die oorlog gepleegd zouden hebben en dat het heel anders was dan de Indische - Nederlandse soldaat..??? Na 70 jaar gaat een onderzoeksteam, samen met hun Indonesische collega's en financieel gesteund door de regering, onderzoek doen naar de gebeurtenissen in die door Nederland verklaarde oorlog ..... en waar Nederland in dit geval al met uitkeringen aan de slachtoffers heeft  voldaan, terwijl ze helemaal niet bezig zijn met de slachtoffers die aan hun zijde zijn gevallen....Hoe moeten de Veteranen dit verwerken?.. Dit is voor hen niet te verteren. Dit bewijst dat Nederland schuld erkent en dat is een blamage van de eerste orde, met verraad aan de Veteranen. En dat terwijl die soldaten door de Staat der Nederlanden zijn gestuurd, uit eigen belang, om in Indonesie de oude koloniale staat te herstellen. En nu proberen ze het heilige boontje uit te hangen ...en hun handen in onschuld te wassen door de Veteranen aan de schandpaal te nagelen....

Ik heb net het programma over Indie gezien. Nou Nederlanders die daar hebben gevochten, maak je borst maar nat...bijna allemaal zijn jullie oorlogsmisdadigers. En dat maken mensen van deze tijd uit.. Mensen die zelf de oorlog niet hebben meegemaakt. Mensen die toen nog in de luiers lagen, maar die wel dankzij de door ons herwonnen vrijheid hebben kunnen studeren en die nu, met de dank zij ons opgedane kennis, vanachter hun bureau ons gaan vertellen wat wij in oorlogssituaties hadden moeten doen. En dat terwijl de werkelijke schuldigen buiten schot blijven, want het koningshuis en de politici die verantwoordelijk zijn voor het uitbreken van deze oorlog worden vanzelfsprekend niet onderzocht!!  Nu nog de verloren oorlog op Nieuw-Guinea...Sebrenica is al bijna geweest en de rest van de vredesmissies. "Vredesmissies", ook  zo'n idioot woord, daar stuur je Missionarissen op af , geen gewapende soldaten. ... Nederland wordt eng...
De duizenden veteranen hoeven niets van de hen in de schoenen geschoven fouten te leren. Wie wel iets moeten leren zijn degenen die nog niet eens geboren waren, of te jong. Al diegenen die geen flauw benul hebben hoe het is om met je schoenen door de modder te lopen, met gevaar voor eigen leven in een volkomen vreemd, vijandig land.  Die nu zogenaamd politiek-correcte mensen willen met indianenverhalen de laatste levensjaren van veteranen vergallen, ter meerdere eer en glorie van het eigen gewin..

In íédere oorlog vinden verschrikkingen plaats, er bestaan nou eenmaal geen schone oorlogen, maar gelet op de omstandigheden en de tijd waarin, hoeven Indië-veteranen zich niets te verwijten. Wij achten ons, na alles wat er in de afgelopen jaren over geschreven is, nu ontslagen van de noodzaak om daarop en op de inhoud van de artikelen weer uitvoerig in te gaan. Minister Hillen heeft terecht de subsidieaanvraag geweigerd, omdat de relatie tussen Nederland en Indonesië gebaat is bij wederzijdse waardering. Bij het zoeken naar wat ons bindt en niet bij het ophalen van pijnlijke herinneringen. De verbetering van de relatie begint immers niet met het onderzoek naar wat er allemaal is mis gegaan. Nederland is een ziek land om met een mea culpa te proberen de brave jongen uit te hangen, zonder verder na te denken wat dat voor de veteranen betekent die door Nederlandse politici de oorlog in zijn gestuurd en nu door diezelfde politici de laatste jaren van hun leven thuis een ongelijke strijd moeten strijden. Op die wijze weten zij ook de jaren die ons nog resten te vergallen .  But when war is over and peace remitted, God is forgotten and the soldiers quitted,  Bedankt  Nederland... voor niets.....!!
John Bruininga.
Veteraan.

Alle ingezonden verhalen en artikelen worden door mij ongecorrigeerd geplaatst, mits deze geen ontoelaatbaar taalgebruik bevatten. In die gevallen wordt de gehele inzending niet geplaatst. Ook kwetsende teksten, van welke aard dan ook, komen niet voor plaatsing op deze site in aanmerking.Politiek, relegie en geaardheid zijn eveneens uitgesloten voor plaatsing.

Verder ben ik van mening dat iemand, op zijn eigen wijze, het verhaal moet kunnen vertellen zonder dat er een z.g. “Neerlandicus” corrigerend moet optreden en daardoor of het verhaal verdraaid, dan wel de identiteit van de inzender aantast. Het ingezonden stuk vertelt niet alleen het verhaal, maar ook over de persoon die het, op zijn manier, aan u kwijt wil. De nostalgie zit niet alleen in het verhaal, maar ook in de manier van vertellen of schrijven

kleine taalfouten, het verkeerd plaatsen van een komma of het weglaten daarvan, het vergeten van een tussenstreepje is nu niet bepaad het belangrijkste van de teksten maar de inhoud van het verhaal,U dient de inzending op zijn inhoudt te lezen. Ik ben evenwel best bereid om dit te corrigeren mits dat op een pasende wijze kenbaar wordt gemaakt

Mariniers en oud mariniers zullen daar geen moeite mee hebben omdat ,bij hun dienstneming, geen universitaire vooropleiding nodig was en voor hen die dat wel hebben is het ook geen probleem want zij zijn immers “wetenschapper”?. Dus, gewoon lezen of…………overslaan en niet zaniken. Deze Tekst heb ik van Hans Slijkhuis overgenomen immer wij dragen de zelfde Blauwe Baret met Onklare Anker op de bloed vlek.


 Indien een krijger duizend maal duizend tegenstanders  verslaat, Hij die zichzelf overwint boekt de grootste overwinning.
Hans

Hans heeft mij op het idee gebracht dit te doen, om verhalen te plaatsen die ons in het verleden hebben gemaakt wat wij nu zijn... in het heden,

: Hier kunt  je je verhalen kwijt met veel respect voor het verleden en met alle dankbaarheid in het heden dat je het nog na kan vertellen...de Toekomst lig in je eigen belevenis van je Leven..
Veel succes
John

Open brief aan De Majesteit

onze Koning Willem Alexander,

Mijn naam is John Bruininga.oud 84 jaar en Indie/Nieuw-Guinea Marinier-Veteraan.

Aanvankelijk wilde ik deze brief richten aan Mark Rutte onze  demissonaire Minister President maar omdat hij samen met nog drie andere heren bezig zijn aan een 208 dagen formeren van een regering en ik hun daarin niet wil storen , Richt ik mij tot U Hoogheid, ook ik weet dat U het druk heeft maar buiten dat nog een hart bezit een Veteraan te aan te horen; mijn dank daarvoor.

De aandacht waarvoor ik U vraag is vrij simpel maar waar bij veel emotie los komt, Mijn schoonvader heeft in de 2e Wereldoorlog gediendt onder Uw Overgrootmoeder Prinses Wilhelmina  een vrouw met Ballen en heeft helaas door grote ontbering in krijgsgevanschap werkende aan de Pakan Baroe Spoorweg in 1945 het leven gelaten, samen met zijn twee broers die in andre Kampen ook hun leven hebben gelaten en het blijft een Familie die Koningsgezind is Want ik heb in 1949 en in 1962 ook mogen dienen onder Uw Grootmoeder Prinses Juliana en met veel genoegen...kom ik later op terug,met U toestemming.

Helaas zijn de heren regeerders vergeten mijn schoonvader zijn vergoeding van 3 jarig achterstallig Soldij aan zijn rechtmatige Vrouw mijn schoonmoeder,uittekeren. Die geheel aan haar lot was overgelaten met vier Kinderen leven van een aalmoes die ze door zelfverdiensten in leven heeft gehouden. Zijn vrouw, mijn Schoonmoeder, en haar Kinderen moesten uit Indonesie vluchten en en daarvoor een Lening aanvragen van fl.2000,- voor de overtocht naar haar Moederland, Nederland dus,dat was in 1950 en in 1982 verbaasde de DMZ werkster over het bedrag van FL.2.50,- op haar afrekening aan de DMZ. en dat bedrag, Majesteit, was de laatste afbetaling van de Lening . Helaas is zij niet meer onder ons en heeft nooit mogen genieten van de Soldij van haar man waarop zij recht op had, aan het geld dat ergens staat opgeslagen maar dat haar nooit heeft bereik  en dat rechtop dat achtergehouden soldij moet nu overgaan aan de Recht hebbenden die nog in levend zijn of zijn dat verkeerde gedachten van mij zijn Hoogheid.? Immers Nederland staat bol van Rechtvaardigheid ten opzichte van de Mensheid. En dan ook nog zoiets, op 15 Maart van het jaar is mijn Schoonmoeder gestorven maar toch moest zij (wij dus) de rioolbelasting tot/met 31 december van het jaar betalen  een kunstig gebaar van Budget beheersing. Dit even ter attentie Uwer zijds.

Dan mijn ervaring;

NIEUW-GUINEA HERINNERINGKRUIS MET GEPS 1962 De dragers van deze onderscheiding zijn door het oog van de naald gekropen en dat maakt deze kruis zo belangrijk !! 1960 brach ik met Hrms:Karel Doorman onder een mom van een Vlagvertoon een aantal Hawker Hunters en Helicopters naar Ned.Nieuw-Guinea ter verdediging van het Land, daarna in 1961 werd ik overgeplaats van de Karel Doorman naar Biak samen met mijn vrouw (die daar slechts 3 mnd heeft gezeten als zg gezinshereniging) om daarna door gespannende toestand in het land de grote exodus van Nederlanders uit Nieuw-Guinea mee te maken........ Ik bracht haar naar vliegveld Mokmer zij stapte aan boord van de"" Holland Plane"' en ik stapte in een Dakota dat mij naar het front in Kaimana bracht..... 1962 zes Sjovetsonderzeeërs met in Indonesiche gestoken uniformen Russen..... Waren op op 15 Augustus de haven van Manokwari aan de Geelvinkbaai op tien zeemijlen afstand genaderd zonder door de Marine te zijn opgemerkt Op het vliegveld van Djakarta stonden 30 Tupolevs met volle bommenrekken klaar om optestijgen en militaire doelen in Nieuw-Guinea aan te vallen Een gerichte aanval op het vliegveld Mokmer en het troepentransport schip ""De Keerkring"' zou, dacht men voldoende zijn om de Nederlandse lucht macht uitteschakelen.......... OP CERAM STONDEN 30.000 MAN Indonesiche en Russchise troepen klaar VOOR EEN INVASSIE........ Met het 322e Squadron en 10.000 Marinierseenheden en andere eenheden over het gehele gebied van Nederlands Nieuw-Guinea verspreide Militairen had ons Land tegen z"on overmacht niet veel kunnen uitrichten........ Met de op het nippertje tussen Nederland en Indonesië bereikte overeenstemming over het plan BUNKER... WERD EEN BLOEDBAD VOORKOMEN.....!!!! Thanks God..... en ik heb met vevre onder uw Oma gediend en bijna mijn leven gegeven, om op Schiphol aantekomen met een Koffertje en een bos pijlen in mijn hand met een vergoeding van fl.300,- met de opdracht over een week melden in de VBHK.te Doorn en dan snel de bus in naar Amerongen waar mijn Vrouw onder gebracht in een pension op mij zat te wachten, ik had de overtrekschoenen van de KLM nog over mijn instappers die ik bij een chinees op Biak heb aangeschaf, lekker warm overigens.

Daarna in 1998 na mijn pensioenering uit het Korps Mariniers, diende ik een verzoek in om er erkenning bij de Wubo. dat is een erkenning voor Burgerslachtoffer en met grote verliezen werd ik teruggeslagen en dat, Majesteit ,is een grote teleurstelling in mijn leven geweest na heen en weer geschreven te hebben, was ik totaal uitgeblust om nog te vechten tegen de bierkaai en heb het maar opgegeven waren het niet dat Engelen bestonden van de Indische Kwestie die Strijden tegen al het onrecht die de Indische gemeenschap is aangedaan en die  nog voor mij in 2017 in de bres zijn  gesprongenen hebben kunnen regelenen dat de WUBO wakker werd geschudt en zie de WUBO zag het licht en kwamen er achter dat mijn lichamelijke klachten voort kwamen door Oorlogsgeweld opgedaan tijdens de 2e WO en de Bersiap-periode... Eruka Majesteit, eind goed al goed,  maar nu is de vraag wat is er wezenlijk veranderd aan mijn klachten door oorlogsgeweld sinds 1998 ?? Hoe zou mijn lichamelijke klachten niet zijn als ik eerder was erkend gepaard door de uitkering waarbij ik daardoor rianter had kunnen leven zou ik dan minder klachten hebben gehad.?? , maar helaas de WUBO heeft mij 20 jaar lang de geneugten van het leven waar ik recht op heb, onthouden , Majesteit,Uw hoeft het niet op te lossen, het zou dan onze waardering wegdragen maar het is alleen maar dat Uw Het weet...stem mij zeer tevreden.Dit lot hebben wij niet verdient  maar het .wat u nu hoort, Majesteit,is nog maar een topje van de ellendige ijsberg. De Groeten aan Uw Vrouw de Koningin Maxima en uw prachtige Kinderen, met groot respect dat Uw mij hebt willen aanhoren.

 

UW DIENAAR.

 

John Bruininga

Marinier Veteraan.

 

ps. Ik wil u nog hartelijk bedanken dat uw mij jongstleden nog heeft benoemd tot Lid in de Orde van Oranje Nasau.

 

XXXXXXXXXX

Na 20 jaar vechten toch erkenning...
Trots op mijn vader.<3 die door alle emoties heen toch heeft doorgezet.
Ik zeg niet dat het makkelijk was maar met zijn allen hebben we het gefixed!
Met een grote en lieve dank aan Ton, Ank, Patty, Peggy en Herman voor alle binnenuitjes, bovenlangsjes, achterlangsjes,steunmomentjes, peptalkjes <3 U all

foto van Indische Kwestie.
foto van Indische Kwestie.
foto van Indische Kwestie.
foto van Indische Kwestie.
Indische Kwestie heeft 4 nieuwe foto's toegevoegd.
21 uur ·

Na 20 jaar vechten toch erkenning voor 'Paatje' John Bruininga.

Vanuit de Werkgroep Indische Kwestie ondersteunen we een ieder die op zoek is naar gerechtigheid. Dat is niet niks, dat is blijvend zoeken naar mogelijkheden om toch door te zetten. Vaak gemachtigd door de persoon zelf en in samenwerking met familieleden van de persoon die ook wederom het gevecht aandurft. Want dat laatste is een teer punt. Voor iedereen die vecht voor erkenning. Daar waar andere partijen opgeven zetten wij door. Van binnenuit, bovenlangs, achterlangs. Dat zal niet altijd lukken, maar als het dan een keer lukt dan weten we ook alweer waar we het voor doen. Samen.

Paatje John omschrijft het als volgt:
"Hoera, vandaag een breekpunt in de Ongerechtigheid. Mede door de Back-Up van Nicole, Peggy, Patty, Ton, Herman, die de gerechtigheid heeft doen zegevieren. Nu nog de resterende Horend doof en ziende blinden overtuigen hun werk naar behoren te volbrengen. Respect voor hun die op alle fronten strijden tegen Ongerechtigheid. (IK krijg weer hoop)"

We adviseren alle kinderen om net als Nicole C. Bruininga en haar man Herman Albers Spierings, alsook broer Timothy Chimofu Bruininga en zijn vrouw Nicole Bruininga-van Dijk een bijdrage te leveren aan het gevecht van hun ouders. Open die dossiers bij SVB. Duik erin en stel vragen waarom vader of moeder NIET zijn erkend als oorlogsslachtoffer. Wees kritisch en doordacht. Schrijf een verhaal over hoe je vader en/of moeder alles heeft weggeslikt en vraag door bij de dokter welk beeld hij/zij nou echt heeft van je ouder. Doorspit deze gegevens en help de mensen die je kunt helpen. Omdat deze bijdrage nut heeft. En maak het gevecht openbaar. Binnenkort zullen we daar extra aandacht aan schenken.

Na 20 jaar vechten toch erkenning. 3 x is scheepsrecht! We feliciteren Paatje John Bruininga met zijn kracht om toch door te zetten. En natuurlijk in zijn achterhoofd het idee dat het ook anders had kunnen lopen. Maar dan had hij er wederom alles aan gedaan, dat laatste kan niemand je afnemen. Geen beloftes, maar medewerking van een ieder. Nu, denkend aan mijn moeder die niet meer leeft maar oh zo veel mensen in stilte geholpen heeft aan een Oorlogsgetroffenen uitkering:

"Vraag me niet of het goed komt…. het komt goed.
Vraag me niet om vertrouwen……ik heb vertrouwen.
Vraag me niet of het pijn doet……ik heb pijn.
Vraag me niet om geduld………...ik heb geduld.

Hoe kan ik anders. Het wordt een lange reis om niet te vergeten".

Liefs, een dikke kus voor Paatje John,
van Peggy Stein en ook FB-loze Ton te Meij.
Ank te Meij / Iwan te Meij

#indischekwestie

XXXXXXXXXXXX

Nicole C. Bruininga

Open brief aan Dhr. Van Rijn,
Staatssecretaris van VWS.
Aangaande de Indische Kwestie:
V.Rijn :
-Quote "Ik deel de mening van de minister-president dat zo de goede bedoelingen uit
beeld verdwenen. En daarmee het gevoel van miskenning bleef bestaan. Het
kabinet betreurt dit" - unquote

 

 

Beste meneer van Rijn,

Mijn opa had een goed betaalde baan. Hij werd in 1942 opgeroepen om te dienen voor Koning en Vaderland. Dat is een feit en geen gevoel.
Hij overleefde de Junyo Maru, die op 18-9-1944 getorpedeerd werd. Dit is een feit, geen gevoel.
Hij werd te werk gesteld aan de Pakan Baroe, diende nog steeds voor Koning en Vaderland en stierf aan de ontberingen op 29-april 1945 aldaar. Dit is een feit, geen gevoel.
Mijn oma bleef achter met 4 kinderen, overleefde het Jappenkamp en de Bersiap. Heeft al die jaren geen salaris ontvangen van haar echtgenoot. Dit is een feit, geen gevoel
MOCHT na veel bidden en smeken uiteindelijk naar Nederland. Een feit , geen gevoel.
Zij kreeg een LENING van 5000 gulden, voor overtocht en klein huisraad. Dit heeft zij keurig terugbetaald; iedere week 2 gulden 50. (Ca.38 jaar lang). Dit is een feit, geen gevoel.
Het zogenoemde Gebaar was een kleine tegemoetkoming die mijn oma nooit gezien heeft omdat dit direct in mindering werd gebracht op haar nog uitstaande lening. Dit is een feit, geen gevoel
Mijn opa zijn naam werd pas 70 jaar na dato genoemd. Dit is een feit, geen gevoel

Miskenning wegzetten als gevoel is het ontkennen van al deze feiten.

 

Nicole Bruininga.

 

 

Voor de volledige reactie van v.Rijn zie:
https://www.rijksoverheid.nl/…/kamerbrief-over-indische-kwe…

 

ps. Noot van Haar Vader... V.Rijn is een feit zonder gevoel.

XXXXXXXXXXXX

Vandaag heb ik gekeken naar de uitzending "Een mooi woord voor Oorlog"
Mijn hart huilt als ik de hypocriete verhalen hoor over de zogenaamde wandaden die de Hollandse soldaten in die oorlog gepleegd zouden hebben en dat het heel anders was dan de Indische - Nederlandse soldaat..??? Na 70 jaar gaat een onderzoeksteam, samen met hun Indonesische collega's en financieel gesteund door de regering, onderzoek doen naar de gebeurtenissen in die door Nederland verklaarde oorlog ..... en waar Nederland in dit geval al met uitkeringen aan de slachtoffers heeft  voldaan, terwijl ze helemaal niet bezig zijn met de slachtoffers die aan hun zijde zijn gevallen....Hoe moeten de Veteranen dit verwerken?.. Dit is voor hen niet te verteren. Dit bewijst dat Nederland schuld erkent en dat is een blamage van de eerste orde, met verraad aan de Veteranen. En dat terwijl die soldaten door de Staat der Nederlanden zijn gestuurd, uit eigen belang, om in Indonesie de oude koloniale staat te herstellen. En nu proberen ze het heilige boontje uit te hangen ...en hun handen in onschuld te wassen door de Veteranen aan de schandpaal te nagelen....

Ik heb net het programma over Indie gezien. Nou Nederlanders die daar hebben gevochten, maak je borst maar nat...bijna allemaal zijn jullie oorlogsmisdadigers. En dat maken mensen van deze tijd uit.. Mensen die zelf de oorlog niet hebben meegemaakt. Mensen die toen nog in de luiers lagen, maar die wel dankzij de door ons herwonnen vrijheid hebben kunnen studeren en die nu, met de dank zij ons opgedane kennis, vanachter hun bureau ons gaan vertellen wat wij in oorlogssituaties hadden moeten doen. En dat terwijl de werkelijke schuldigen buiten schot blijven, want het koningshuis en de politici die verantwoordelijk zijn voor het uitbreken van deze oorlog worden vanzelfsprekend niet onderzocht!!  Nu nog de verloren oorlog op Nieuw-Guinea...Sebrenica is al bijna geweest en de rest van de vredesmissies. "Vredesmissies", ook  zo'n idioot woord, daar stuur je Missionarissen op af , geen gewapende soldaten. ... Nederland wordt eng...
De duizenden veteranen hoeven niets van de hen in de schoenen geschoven fouten te leren. Wie wel iets moeten leren zijn degenen die nog niet eens geboren waren, of te jong. Al diegenen die geen flauw benul hebben hoe het is om met je schoenen door de modder te lopen, met gevaar voor eigen leven in een volkomen vreemd, vijandig land.  Die nu zogenaamd politiek-correcte mensen willen met indianenverhalen de laatste levensjaren van veteranen vergallen, ter meerdere eer en glorie van het eigen gewin..

In íédere oorlog vinden verschrikkingen plaats, er bestaan nou eenmaal geen schone oorlogen, maar gelet op de omstandigheden en de tijd waarin, hoeven Indië-veteranen zich niets te verwijten. Wij achten ons, na alles wat er in de afgelopen jaren over geschreven is, nu ontslagen van de noodzaak om daarop en op de inhoud van de artikelen weer uitvoerig in te gaan. Minister Hillen heeft terecht de subsidieaanvraag geweigerd, omdat de relatie tussen Nederland en Indonesië gebaat is bij wederzijdse waardering. Bij het zoeken naar wat ons bindt en niet bij het ophalen van pijnlijke herinneringen. De verbetering van de relatie begint immers niet met het onderzoek naar wat er allemaal is mis gegaan. Nederland is een ziek land om met een mea culpa te proberen de brave jongen uit te hangen, zonder verder na te denken wat dat voor de veteranen betekent die door Nederlandse politici de oorlog in zijn gestuurd en nu door diezelfde politici de laatste jaren van hun leven thuis een ongelijke strijd moeten strijden. Op die wijze weten zij ook de jaren die ons nog resten te vergallen .  But when war is over and peace remitted, God is forgotten and the soldiers quitted,  Bedankt  Nederland... voor niets.....!!

A/B. Hrms.Vliegdekschip""Karel Doorman"" 1960

foto van John Bruininga.
Reacties
Jan Jaap van Weering
Jan Jaap van Weering Met veel plezier kijk ik terug op uw karatelessen in 1978 op de VBHKAZ. Ik heb veel profijt van uw lessen gehad waarvoor mijn dank na bijna 40 jaar!
John Bruininga
John Bruininga En ik, volg je belevenissen met veel plezier in ``Hoe Heurt het Eigenlijk...``Jan Jaap,QPO.
Klaas Jol
Klaas Jol Er mag ook aan tafel bruingewerkt worden, heren topmariniers om een goed tafelgesprek op gan


XXXXXXXXXX

Maarten Kruithof aan John Bruininga

Leuk om u weer eens gezien te hebben meneer Bruininga! Ik zal u niet snel vergeten! 💪

John Bruininga Ik jou zeker niet Maarten, jij bent een doorzetter......Groot worden in je lichaam is goed, maar groter zijn in je Geest overtref alles..!! Succes.!!
foto van John Bruininga.
Maarten Kruithof
Maarten Kruithof Bedankt voor alle wijze lessen! Het heeft me zeker gemaakt tot wie ik nu ben.

XXXXXXXXXX

XXXXXXXXXX

XXXXXXXXXX

XXXXXXXXXX

Even een vingerwijzing naar de geschiedenis van het Korps Mariniers.

 

Wat helaas vergeten is in de geschiedenis van het Korps Mariniers

Is het feit dat in het jaar 1956 op het Voormalig Nederlands Nieuw-Guinea

Aldaar een oproep voor het in dienst name bij dit Korps , er waren 130  Indische- DETA-jongens die zich hebben aangemeld en slechts 23 werden geselecteerd en dit feit is het

Korps voorbij gegaan wat eigenlijk de geschiedenis van het Korps Mariniers niet

compleet maakt.Na een diensttijd van 33 jaar en zeer zeker niet onverdienstelijk,zijn de inmiddels overgeblevende Mariniers allemaal als Onderofficier het Korps met Eervol ontslag gegaan, en meerdere onderscheiden voor hun getoonde diensten.

 Ik, Kpl.d/m. J.Bruininga adviseerd het Korps Mariniers dit bijzonder gebeuren

in overweging te nemen en het alsnog in de analen van het Korps Mariniers

 geschiedenis op te nemen. niets meer doch zeker niets minder.

 Met Mariniers Groet

J.Bruininga. oud 84 jaar

Indie-Nieuw-Guinea Veteraan.

Korporaal der Mariniers 12332

Korps Mariniers.

XXXXXXXX

Zes dingen die Mariniers ons kunnen leren over presenteren

 

Zes dingen die Mariniers ons kunnen leren over presenteren

17 dec. 2015

Presenteer! Ja! Geweer! Huh?

Dat krijg je als je met militairen werkt, en helemaal met een legeronderdeel

dat exclusief uit mannen bestaat. Het Korps Mariniers bestaat dit jaar 350 jaar en bij het jubileumsymposium was ik de DV. (Dagvoorzitter.

Ze zijn dol op afkortingen.) Ik ben natuurlijk helemaal voor girl power,

zoals jullie weten, dus dit was even wennen.

Maar ik kwam er al snel achter dat ze bij het Korps alles behalve

anti-vrouw zijn. Ze wilden juist een vrouwelijke dagvoorzitter.

En het bleek een heel prettige omgeving om in te werken.

(That is, als je niet met -30 in een gat in sneeuw ligt of met +4o badend

van het zweet met je bepakking door de jungle trekt.)

Eigen inbreng en humor worden zowaar gewaardeerd,

en ze maken je lid van het team.

Nu moet ik er niet aan denken om met een parachute uit een

helicopter te springen, of in een kikvorspak uit een onderzeeboot.

Maar waar ik daar letterlijk doodsangsten uit zou staan,

doen veel mensen dat figuurlijk als ze op een podium moeten staan.

En er zijn meer parallellen. Daarom:
Zes dingen die mariniers ons kunnen leren over presenteren.

  1. Voorwaarts! Als je eenmaal uit die helicopter springt is er geen weg
  2. terug. Je moet en zal je missie tot een goed einde moeten brengen.
  3. Dus als jij uit die coulissen loopt, of op de recordknop van je camera
  4. drukt: go for it! Haal er het maximale uit!
  5.  
  6. Verleg je grenzen. De opleiding tot marinier is iets wat ik
  7. never nooit niet mee wil maken. Nachten zonder slaap,
  8. sjouwen met bepakking, uitgekafferd worden. En net als je denkt
  9. dat je er bent, kun je weer opnieuw beginnen! Maar, het doel is leren
  10. dat je tot veel meer in staat bent dan je denkt. Je moet ‘je elastiekje
  11. oprekken’. En als je je opdracht eenmaal hebt volbracht, kun je
  12. waanzinnig trots zijn op jezelf. Dus als jij denkt dat je niet kan
  13. presenteren. Je kunt veel meer dan je denkt! Maak vlieguren,
  14. begin klein en oefen met je smartphone. En laat steeds iets meer
  15. van jezelf zien.
  16.  
  17. Voorbereiding. Het is niet voor niets dat een marinier geblinddoekt
  18. zijn wapen in elkaar moet kunnen zetten. In een noodsituatie moet
  19. je blind kunnen vertrouwen op je kennis en vakmanschap.
  20. Dat geldt ook voor presenteren. Bedenk van te voren wat je wil
  21. overbrengen en weet waar je het over hebt.
  22. Geef je verhaal ook een duidelijke kop en staart. Maar…
  23.  
  24. Als het niet kan zoals het moet, moet het maar zoals het kan. 
  25. Mariniers zijn niet uitgerust met de meest geavanceerde
  26. wapensystemen. Ze zijn fysiek en mentaal getraind om missies
  27. te klaren. En hoe je dat doel bereikt moet je zelf maar zien
  28. in het veld, als je het eindresultaat maar haalt. Ook bij een
  29. presentatie kunnen onverwachte zaken optreden. Je weet niet
  30. welke kritische vraag er komt, de techniek laat het afweten,
  31. of je kunt ineens een ingeving krijgen die je wil delen met het publiek
  32. . (Of een goede grap maken). Durf de touwtjes ook een beetje te
  33. laten vieren
  34.  
  35. In de houding. Laten we eerlijk zijn. Een marinier in uniform,
  36. dat ziet er toch indrukwekkend uit. En dan ook nog de borst vooruit
  37. en die trotse blik. Hij laat aan de tegenstander zien, hier staat
  38. iemand waar je niet mee kan sollen! Het gaat dus niet alleen om de
  39. inhoud, maar ook om het plaatje. En dan vooral je houding en je overtuigingskracht. En het leuke is, als je jezelf krachtig presenteert,
  40. overtuig je jezèlf ook! (zie mijn eerdere blog over de Powerpose)
  41.  
  42. Het snot voor de ogen. En één beeld zal ik niet snel vergeten.
  43. Een jonge marinier staat in de houding. Het snot loopt uit zijn neus!
  44. Niet echt een lekker gezicht, maar hij kan zijn neus niet afvegen,
  45. want dat gaat hij uit het gelid. En dat zou ook op zijn kameraden
  46. afstralen. Dus blijft hij gewoon staan. Borst vooruit, blik op oneindig.
  47. Het gaat er niet om wat mensen ervan zeggen, het gaat erom
  48. dat hij er met trots staat. En doorzet. Dus als hij het kan
  49. met het snot uit zijn neus….
  • Eva Brouwer
Geschreven door

Eva Brouwer

XXXXXXXXXX

Lieve Vader,

Precies vandaag ben je 25 jaar dood, precies vandaag ook heeft staatssecretaris Van Rijn besloten om de ambtenaren en militairen die tijdens de Japanse bezetting van Nederlands-Indië geen salaris hebben gehad, alsnog een vergoeding te geven van 25.000 euro.

Je zou nu 104 zijn geweest. Had je nog geleefd, dan had je er nog maar weinig plezier van gehad. Ik denk dat je ons, je kinderen en je kleinkinderen en je achterkleinkinderen, geld gegeven zou hebben; wat je zou hebben overgehouden, zou vermoedelijk naar het dierenasiel zijn gegaan.

Maar je had het destijds willen hebben.

Je had, toen je uit het kamp kwam, niet alleen lieve vrienden verloren, maar je was ook je baan kwijt, en goedbeschouwd ook je land.

Je keerde met niets terug naar je vaderland waar je niet was geboren.

Je schreef brieven, naar Hare Majesteit de Koningin, naar Zijne Excellentie de Minister, naar je oude bazen, en steeds kreeg je een brief terug dat je geen recht had op salaris, dat de Japanse regering dat maar moest opknappen; eigenlijk werd er gezegd dat je niet moest zeuren.

Je zeurde voort: 'Maar wie heeft mij dan ontslagen? En wanneer? En waarom?' Je kreeg geen antwoord, en soms kreeg je wel iets terug, maar dat was alles behalve geld.

Het ging je niet eens om de munten.

Het ging je om erkenning; jij, die de overheid had vertegenwoordigd, en dat zo goed mogelijk al die jaren had gedaan, werd door diezelfde overheid keer op keer vernederd. Je wilde waar je recht op had. Dat je je recht nergens kon halen, dat je je recht niet kreeg, was bijna niet te verkroppen voor jou, met je meer dan levensgrote gevoel voor rechtvaardigheid. En een te groot geloof in de overheid.

Het geld zou niet zozeer een waarde vertegenwoordigen waarvoor je bepaalde dingen zou kunnen kopen, het zou een erkenning zijn van je gelijk. Dat is precies wat de regering niet zag. Je gelijk en de argumenten waarmee je dat stutte, werden domweg van tafel geveegd, alsof jullie niet door de Jappen gevangen waren gehouden, alsof jullie niet je land hadden verloren, waardoor het winnen van de oorlog betekenisloos was geworden.

Nou vader - ik buig voor je. Je had gelijk. Ik wist het. Doet me toch goed.

Theodor Holman:

XXXXXXXXXX

Wie zijn de mannen van de kazerne in Doorn?

Door de nieuwsredactie · geplaatst: woensdag 4 november 2015, 07:00 uur | update: 11:05 uur

DOORN - Al meer dan 60 jaar horen ze bij het straatbeeld: de mannen van het Korps Mariniers uit de Van Braam Houckgeestkazerne in Doorn. Maar wat doen ze precies en hoe ziet hun leven er uit? Verslaggever Anita Sara Nederlof trok haar bergschoenen aan om dit uit te zoeken. Ze ging met 200 mannen op trainingsmissie in Schotland. Op rtvutrecht.nl vertelt zij haar verhaal.

"Een berg- en slechtweertraining: daarvoor zijn de mannen een maand in het plaatsje Garelochhead. Ze hebben dus ook al weken geen vrouw gezien, want die zijn nog nooit tot het Korps Mariniers toegelaten. Tot vandaag.

Als ik bij het kamp aankom, voel ik meteen dat ik in een andere wereld terecht ben gekomen. Het kamp ligt verscholen tussen de bergen, aan een meer. Daar drijven een aantal schepen van de Engelse marine. Ook liggen er nucleaire raketten opgeslagen. Ik slaap hier vannacht. In een groene loods. De mannen niet. Zij slapen in de natuur, in een zelfgemaakte hut.

SLEEPTOUW
Dat ik in een andere wereld terecht ben gekomen, blijkt geen gevoel te zijn, maar een feit. De mariniers noemen mijn wereld namelijk "de burgerwereld". En ik ben een WaBu - een Waardeloze Burger. Een heerlijk welkom! Nu klinkt dat heel negatief, maar de mannen nemen me meteen op sleeptouw. Ik dacht dat de sfeer kil zal zijn, maar iedereen is juist heel open en meelevend. Het valt mij op dat er zelfs af en toe ruimte is voor een lolletje tussen de verschillende hiërarchische lagen.

Totdat de oefening begint dan. Want wat voor mij een spelletje lijkt, is voor de mannen straks de realiteit. Deze mariniers worden klaargestoomd om over een jaar uitgezonden te worden naar oorlogsgebieden.
Het wapen wordt geladen. Ergens in dit uitgestrekte gebied zit de vijand verstopt. En het doel van vandaag is om die uit te schakelen. De gezichten krijgen een laag schmink. De helm wordt beplakt met takken en ook de groene kleding camoufleert.

Ik dacht dat groen altijd voor de landmacht was, maar ook het Korps Mariniers draagt deze kleding. Vanaf een marineschip kunnen zij met een helikopter in elk landschap gedropt worden. Ook bijvoorbeeld in de koude berggebieden van Afghanistan.

HELIKOPTER
Maar dit keer worden de mannen niet afgezet met een helikopter. Ze gaan te voet naar de top. Met een tas van zo'n 30 kilo op de rug lopen ze in hoog tempo tegen de berg op. In die tas zit veel water, maar ook eten van zo'n 5400 calorieën. De inspanning op zo'n dag bergtraining staat voor een marinier namelijk gelijk aan een etappe van een Tour de France-wielrenner.

Na drie uur lopen, sluipen en observeren door een drassig moerasgebied, worden we beschoten. De mariniers beginnen te schreeuwen en iedereen rent een kant op. De aanval zit heel tactisch in elkaar, over elke stap is nagedacht. De luitenant heeft de leiding en geeft orders via zijn koptelefoon. Het zijn duidelijke korte zinnen, waar iedereen zich aan dient te houden. Ik kan me haast niet voorstellen dat dit een echte dag uit je leven kan zijn.

BERG BLADEREN
Ik ben 's avonds lichamelijk kapot, want ook ik heb de mannen bij moeten houden. Maar ook mentaal is het zwaar. Want een lekker warm bedje, krijgen ze niet. Ze slapen in een zelfgemaakte hut van takken, zonder slaapzak, op een berg bladeren. Om de paar uur moet een ander het kampvuur in de gaten houden. En 's nachts moeten ze er allemaal uit voor een nachtaanval in het donker.

Het is een mannenwereld. Hard, zwaar en er is geen tijd voor twijfel of gepieker. De mariniers van Doorn hebben een keiharde training achter de rug. En ik denk, dat ze blij zijn als ze volgende week weer naar de Van Braam Houckgeestkazerne mogen."

RTV Utrecht zendt binnenkort een documentaire uit over het Korps Mariniers uit de Van Braam Houckgeestkazerne in Doorn.

XXXXXXXXXX

Echtpaar Bruininga-Rings zestig jaar getrouwd


Rijswijk - Robert Arnold Bruininga en Sophia Ceacilia Johanna Rings kregen maandag bezoek van loco-burgemeester Nicole Dierdorp. Zij nam de honneurs waar voor burgemeester Bezuijen om het echtpaar namens het College van B en W te feliciteren met hun 60-jarig huwelijk. De heer Bruininga heeft speciaal voor deze heuglijke gebeurtenis een terugblik op papier gezet.

De heer Bruininga (22 maart 1924, Lyceum Malang, TU Delft) is geboren en getogen in het voormalige Nederlandsch Indië. "Het is altijd mijn grootste wens geweest om na het Lyceum verder te mogen studeren aan de Technische Universiteit in Delft. Realisatie op korte termijn was door de Duitse bezetting al op losse schroeven komen te staan. Door de Japanse bezetting zelfs totaal onmogelijk geworden toen mijn vader (inmiddels gepensioneerd) en ik medio 1942 door de Japanners werden geïnterneerd en naar elders waren afgevoerd. Het is mijn moeder en zuster gelukt buiten de vrouwenkampen te blijven."

Capitulatie

De capitulatie van Japan in 1945 kwam geheel onverwacht. "Onze bezetters werden abrupt onze beschermers wegens de chaotische toestanden buiten de kampen. De situatie in de kolonie was als gevolg van de oorlog ingrijpend gewijzigd, wat het overgrote deel van de Nederlanders in en buiten Indië niet beseften. De kampen verlaten werd oogluikend toegestaan, maar wel op eigen risico. De Indonesiërs hadden de zogenoemde Bersiap- periode ingezet, een uitermate gewelddadige periode in de Indonesische geschiedenis. Bersiap betekent ‘wees paraat’, de strijdkreet van de jonge revolutionairen. Na lang beraad hebben mijn vader en ik besloten het kamp toch te verlaten om ons met moeder en zuster te kunnen herenigen."

Repatriëring

De hereniging is helaas van korte duur geweest. "Twee weken later werden mijn vader en ik door de Bersiapbeweging geïnterneerd en in de plaatselijke gevangenis gezet. Mijn moeder en zuster werden in de Wijk voor Nederlandse Vrouwen ondergebracht. Dit grapje heeft ongeveer anderhalf jaar geduurd voordat we eindelijk en onbeschadigd naar een gebied werden gebracht waar wij ons vrij konden bewegen. Mijn vader, moeder en ik hebben ons meteen bij de Nederlandse autoriteiten aangemeld voor repatriëring. Helaas bleek dat niet zomaar te kunnen. Ik mocht vanwege mijn nog steeds geldige dienstplicht niet zomaar vertrekken. Pas na vele officiële verzoeken kregen we toestemming om te gaan en kwamen we in 1948 in Nederland aan. Dank zij hulp van familie (broer van mijn vader) konden wij ons in Den Haag vestigen", aldus de heer Bruininga.

Den Haag

Het eerste jaar in Den Haag was teleurstellend vanwege de enorme schaarste aan goede huisvesting (drie personen in één kamer). "Pas toen mijn ouders door gelukkige omstandigheden in staat gesteld waren een eenvoudige vierkamerappartement te kopen was alle ellende voorbij. Ik was inmiddels mijn studie aan de TU in Delft begonnen. Een ramp, alles was nieuw, onwennig, onvoldoende vooropleiding bleek naderhand, en ik zat nog niet in een studieritme. Het leek een onmogelijke opgave. Gelukkig heb ik toen doorgezet."

Sophia Rings

Sophia Rings (26 december 1923, Gymnasium B, medisch analiste) is opgegroeid in een groot gezin in Santpoort NH, alwaar haar vader als aannemer werkzaam was in de bouwsector. "Na het uitbreken van de oorlog in mei 1940 volgde de vele jaren durende Duitse bezetting en de beruchte Hongerwinter. Het hele gezin heeft godzijdank deze ellendige periode heelhuids overleefd. Dochter Sophia en twee van haar zussen hadden intussen gezamenlijk besloten dat zij er aan toe waren om op zich zelf te gaan wonen en voor zich zelf te gaan zorgen. Zij vestigden zich begin 1950 in Den Haag waar Sophia werk vond als medisch analiste. De zussen kozen voor verpleegster respectievelijk directiesecretaresse. Vrije tijd werd besteed aan tennissen, het drietal werd lid van een kleine Haagse tennisclub", meldt de heer Bruininga.

Tennisclub

"Ik was in 1950 zover met mijn studie gevorderd, dat ik wat tijd had voor mijn favoriete hobby, de tennissport. Ik ben toen op de bonnefooi lid geworden van een kleine Haagse tennisclub. Al gauw bleek dat de zusters Rings uit Santpoort lid waren van dezelfde club! Toeval? Het koppel Bruininga-Sophia Rings was zeer spoedig realiteit en het beviel ons beiden verrassend goed. Bij het afronden van mijn studie heeft zij mij uitstekend en verstandig begeleid. Zij is nadien niet meer van mijn zijde geweken en wij wij op 7 februari 1955 in Den Haag in het huwelijk getreden."

Lief en leed

"Mijn vrouw heeft mij en later ook onze drie kinderen altijd liefdevol verzorgd en waar nodig met verstandige raad en daad begeleid. Lief en leed hebben wij tot op heden altijd samen gedeeld. Omdat ons appartement in Den Haag voor 5 personen te klein werd zijn wij in 1968 naar een ééngezinswoning in Rijswijk verhuisd. Wij hebben altijd met veel plezier in Rijswijk gewoond. Toen de kinderen volwassen en uit huis waren was voornoemde woning voor ons te groot en te arbeidsintensief geworden (afnemende mobiliteit, knieproblemen e.d.) en zijn wij in 2000 overgestapt naar een vierkamerappartement met lift, natuurlijk weer in Rijswijk."

Dankbaarheid

"Wij kijken met dankbaarheid terug en hopen dat er voor ons beiden nog meer jaren zijn weggelegd in een gelukkig en gezond samenzijn", besluit de heer Bruininga.

XXXXXXXXXX

wat er aan vooraf ging

Met veel Bravour werd er via de media bekend gemaakt dat er aanvragen kunnen worden ingediend voor het Posthum verlenen van Mobilisatiekruis .. er waren ongeveer 1200 kruisen die nooit zijn opgehaald (het zal wel overvol zijn geweest op zolder)..Ajo, denk si Paatje..Aanvragen voor zijn schoonvader die aan de Pakan Baroe spoorweg het leven liet.. en ook voor zijn broer die aan de Birma spoorweg zijn leven gaf..en hun jongere broer die stierf in de mijnen van Japan...gebeiteld denk si Paatje....nou koudere kermissen bestaan niet..de regels van het verkrijgen van dat ere metaal..gaat als volgt: 1 graad,ging nog net.. daar viel mijn vrouw onder maar in het geval van de broers was ze 2e graads..?? jammer. helaas zijn de broers nooit getrouwd geweest dus er waren geen graadjes in het leven ..helaas pindakaas voor hun totaal niets…ik heb dit kenbaar gemaak, aan zijne Exelentie ik kreeg een Bla,bla verhaal terug ..maar kennelijk is de regeling zo scherp dat het mij niet is geluk…Ik heb voordat ik de aanvraag schreef ,als” ziener” reeds een brief klaarstaan….Apropos de Medaille voor mijn Schoonvader kreeg ik over de post..
Ik ben heel laaiend…..!!!hierna volg een brief aan de Kanselier der Onderscheidingen..of het help...Liefer fegten tegen een krokodil... desnoods toewee...

·         


Antwoord van john bruininga op 5 April 2009 op 14.14

 

Aan de kanselier der Onderscheidingen
adres bekend bij ondergetekende....

Hoe kan men liefde oogsten als men haat gaat zaaien,,???

Beste Mieren-Verkrachter(s),

Dat dacht ik al ..voordat ik de brief ging posten voor de aanvraag van de Eretekens voor onze Overledenen in de 2e WO.
Heb ik Bij voorbaat reeds deze brief geschreven, wetende de buraucratie van onze klootjesvolk, en ja hoor, ik heb weer gelijk. Hoe durven jullie "halve zolen" op zo'n manier te reageren op een zo'n delicate vraagstuk,als een dolle stier door een glazenwinkel ,met een verstand van een mier(niet de IQ maar de omvang), regelmentair er door heen gewalst zonder rekening te houden met onze gevoelens.

Eerst pretenderen jullie met veel tamtam dat er een overschot van die Eretekens zijn om daarna als onvervalste kruideniers te reageren.maar vooral zo weinig mogenlijk aan de verwachtingen van het volk te voldoen.
Wat moet er nog aan erkenning toegevoegd worden,dan een kruis op een graf op het Ereveld.?
De enige raad die ik jullie kan geven is: Dat Ereteken te steken op de plaats daar waar de rug zijn fatsoenlijke naam verlies.
misschien helpt het voor het inregenen en dat past meer in jullie in jullie beleid.
Het is intriest dat dit moet gebeuren in je eigen land en te moeten wetendat er nog normen zijn voor het bekomen van
een Posthum Ereteken....wat voor waan ideën bezitten jullie,uitvinders van het daglicht..(kan je ook niet zien schijnen)

Echt waar Heren Uitdelers van het Ereteken, ik snap er geen Jota van jullie beleid,natuurlijk gaan jullie schuil achter de wetten van de regeerders zo schijterig zijn jullie wel en probeer mij niet met die Ambtelijke Kruideniertaal te overtuigen van jullie gelijk ,want daar zijn blijkbaar de Ambtenaren heel goed in.
Weten jullie" Halve Zolen"dat als er geen eerste graad aanwezig is omdat dien gene waarom het omgaat niet getrouwden dus geen 1egraad personen zijn, is dat vanzelfsprekend de Ereteken vervalt?
Wat gebeurd er dan met het Ereteken, dat gaat zeker weer op de grote Hoop,zodat er jaren na dato weer een of andere zieltje met het idee op de proppen komt dat het weer tijd is voor het zelfde spelletje dat opnieuw kan beginnen,zodat jullie Ambtenaren zo aan de bak blijven, natuurlijk zal ik weer ongelijk krijgen, omdat jullie onder de pajong van de regerings-wetten staan en de regenbui voor mij overwaaid..

Stelletje Humanistische mierenverkrachters ga zo maar door dan is er altijd brood op de plank voor de Ambtenaren.

Voor mij kunnen jullie rustig naar de Test-tikkels lopen.
Maar daar hebben jullie geen enkele moeite mee

J.Bruininga

Indie-Nieuw-Guinea Veteraan

 


From: paatje@chimofu.nl
To: anna37@live.nl
Subject: effe opjutten
Date: Fri, 30 Oct 2015 13:18:21 +0100

Mac , Kunnen we hier wat mee.... allen desnoods om te jennen....
als je denkt dat het kan , maakt het nog mooier...
Mersie Boeko Sobat
 
John





Hoi John,
 
Ik zou niet weten wat ik eraan moet toevoegen, het is 
zoals ik dat van jou gewend ben, kort, zakelijk, stellig
en duidelijk ........... ! 
 
Ik ben het volledig met je eens, het is geen jennen het is
zoals jij het stelt Korpsgeschiedenis. Misschien triviaal
maar toch Korpsgeschiedenis.
 
Geen wollig taalgebruik zoals vandaag de dag gebruikelijk, 
maar jij gaat recht toe recht aan.    Wij zijn Mariniers, mis-
schien hadden wij verschillende functies, maar wij spreken
als Mariniers, kort, zakelijk, stellig en duidelijk.
Rangen en standen weglaten, wij allen dienden het Korps en 
hebben onze tijd als Mariniers uitgediend, punt.
 

Not more as mean, not more as lean, but still a Marine.

Corpo Nostra Patria

 

Groetjes en liefs uit Leersum voor jullie beiden XXX, ook namens Ans,

Respectvolle groet John, Hannes.



 


XXXXXXXXXX

Voelt de kiezer zich nog vertegenwoordigt door zijn of haar 'volksvertegenwoordiger' ?
Wat rechtvaardigt nou eigenlijk de grote winst van de PVV en waardoor komt het dat de gevestigde politieke partijen meer en meer geloofwaardigheid verliezen?

De grote winst van de PVV is niet de verdienste van Wilders of de standpunten die hij vertegenwoordigt, Nee, die winst is te danken aan de zgn. gevestigde partijen die keer op keer de kiezers in de kou laten staan door hetgeen er werkelijk leeft, onder de bevolking, te negeren.

Daardoor worden systematisch de kiezers gedrukt naar een party die, wel is waar, vaak te ver gaat in zijn opvattingen, maar altijd nog dichter bij de bevolking staat dan de clubjes van Buma, Rutte en Pechtold. Om van de voormalige Partij van de Arbeid maar helemaal niet te spreken.

Standpunten bijstellen als het kalf verdronken is is geen kunst.

Van mening veranderen uit electoraal winst bejag is natuurlijk wel wat anders dan dat je werkelijk de bezorgdheid van je kiezers deelt.
Dat heeft de huidige kiezer dan ook vlijmscherp in de gaten en kiest, noodgedwongen, voor een extreme oplossing.

Niet omdat ze racistisch zijn, niet omdat ze fascistisch zijn, nee omdat ze zich in de steek gelaten voelen door liegende en bedriegende politici.
Politici die met het grootste gemak de ene na de andere belofte breken.
Politici die meer belang aan hechten om de dure vergadercultuur van de EU in stand te houden dan dat ze zich zorgen maken om de zorg in eigen land.
Politici die liever geld pompen in verspillende economieën van de zuidelijke leden van de EU dan dat er hier geïnvesteerd wordt in ouderenzorg.
Politici die achteraf regeren in plaats van de het principe te huldigen dat regeren vooruit zien is.
Politici die vinden dat het volk hun mening maar moet delen in plaats van dat zij de mening van het volk delen en deze ook verwoorden op de plek waar in onze democratie de volksvertegenwoordiging hoort te huizen.

Juist, de leegloop bij die partijen is niet de winst van de PVV, nee het is het aantoonbare verlies van de gevestigde partijen en dat richt Nederland uiteindelijk te gronden!!

Ook geplaatst op mijn blog-site!


Rob Berlage

XXXXXXXXXX

Vandaag een brief van het CBR....i.v.m. het verlengen van mijn rijbewijs....
1) moet speciaal door een specialist worden nagekeken
2) een rijtest maken....
3) misschien omdat ik 80 jaar ben.??
4) misschien omdat ik een open hart operatie heb ondergaan..??
Oud worden is een wonder...oud zijn is gedonder.....en anders een Opel Astra te Koop...!!!....t.e.a.b.....


Sjonnie Ut Waik

Bericht: Toestanden bij de WUBO en De WUV aan de kaak gesteld..

 

 Vandaag een interview met Jos K. van Uitzending Max gedaan over de toestanden bij de Wubo. en Wuv. Hete hangijzer was de beslissingen die de Raadskamer hebben uitgesproken, dat voor de mensen zowel als binnen het kamp dan wel de zg Buitenkampers in de 2eWO hun leven hebben doorgebracht zo belangrijk zijn, zeer discutabel is genomen,het kan niet waar zijn dat uit een gezin die hetzelfde hebben meegemaakt het ene lid wel erkend wordt en het andere niet, hier worden met twee maten gemeten, Mijn zuster is met een begeleidingsbrief van mij over haar leven in de 2eWO en de Bersapperiode, erkend, en daarna heb ik een aanvraag ingediend bij de WBO samen met een begeleidingsbrief van mijn zuster voor mij , helaas pindakaas ben ik niet erkend. Eerst was ik te sceptis om mee te doen aan dit project, maar ik ben nu overtuigd dat er gerommeld word bij deze instanties en daarom gaan we proberen de bekende knuppel in het Hoenderhok te gooien. Je mag veel zeggen over de Joden, maar hun Bond bestaan alleen uit Joden en als je in Auswich gezeten heb dan wordt je erken en ook al ben je heden ten dagen Diamantair erkenning en uitkering hebben niets te maken met je huidige status., en dan bij de Wubo en Wuv medewerkers zijn ingehuurde uitzendkrachten die jou vragen beantwoorden via een voorgeschreven lijst wat ik van die lijst nog kan herinneren is ""Recht -hebben dient gehandicapt te zijn of Overleden"" en als je in tussen een status hebt opgebouwd dan valt de uitkering weg want het gaat goed met jou, tegen het horend doof en ziende blind Bureaucratie van deze instantie is geen kruid opgewassen. Maar wij proberen deze toestanden te belichten en daar aandacht aan te besteden, immers nooit geschoten is altijd mis.!! Erkennig moet je niet vragen die moet je Krijgen. Zijn er onder u met de zelfde ervaring kampen laat het mij weten,

 John Bruininga.

 Marinier Veteraan.

 


Han Dehne Voor mijn vrouw geldt hetzelfde. Haar moeder en zuster zijn beiden erkend en ontvangen daarvoor maandelijks een uitkering van de WUBO. Mary werd wel erkend als slachtoffer maar kreeg geen uitkering omdat zij niet voldoende geïnvalideerd zou zijn. Ook kreeg ze nog netjes te horen dat haar Japans-Indische achtergrond geen rol mocht spelen. Ongewenst geboren worden telt niet. John, je kent haar verhaal uit mijn boek. Hoe zout kun je het eten. Mary zelf heeft nooit meer in beroep willen gaan tegen de uitspraak omdat zij zich heel erg gekwetst voelde en haar ellende liever wegstopte in een doosje. Na ruim 2 jaar therapie bij het Sinaï centrum heeft zij nu alles wel een plaatsje kunnen geven. Maar het onrecht is al geschiedt. Groeten Han.

 

  • Jack Kuyp John geweldig, ik ben ook AFGEWEZEN.
    Ze doen maar wat. SALAM

Jack Kuyp Mijn vader is geïnterneerd geweest

 Nicole Bruininga-van Dijk Respect voor u pa

Ruud van Vlaanderen Hormat

Eddie Timmerman Hormat

 

Dick Dooms John, goed gedaan. Inderdaad hopen dat er door jou inzet en die van anderen toch nog gerechtigheid gaat plaats vinden.

 John Bruininga Mocht ik een verkeerde interpetatie hebben gegeven over deze instantie, dan mogen ze mij aan de schandpaal nagellen. Maar als nog moeten zij zich beraden dat de Ellend die wij in de 2eWO en de Bersiapperiode hebben moeten ondergaan, Zich elke keer weer bij ons herhaald en dat is meer dan teleurstellend. WUBO QOU VADIS...??

Rob Barlage Ik vind het bewonderenswaardig John dat je ondanks alles nog zoveel strijdvaardigheid ten toon weet te spreiden. Ik hoop dat je de verantwoordelijke in beweging weet te krijgen. De voorbeelden die jij schetst zijn natuurlijk schrijnend, dat zelfde geld natuurlijk voor de verhalen die Han Dehne zo even neerpent. Ik hoop dat jullie kans zien om degene die verantwoordelijk zijn voor deze misstanden wakker kunnen schudden. Mag 2015 voor jullie die gerechtigheid brengen waar je gewoon recht op hebt! Natuurlijk voor jou en de jouwe ook nog een goede gezondheid in het komende jaar.......... QPO

Han Dehne Dear John Bruininga, Mary wil zich aansluiten bij jouw actie. Wij horen het wel. Ik deel dit op mijn pagina.


  • Rob Wagner Hormat, Mijn vader had zich zeker aangesloten.

 

 

 


XXXXXXXXXX

 Toespraak Peter van Uhm 4 mei teruglezen
5 mei 2013

Op 4 mei 2013 hield generaal b.d. Peter van Uhm een toespraak tijdens de herdenkingsplechtigheid bij het Nationaal Monument op de Dam. Hier kunt u zijn indrukwekkende toespraak terug lezen.

Saamhorigheid

In de Tweede Wereldoorlog vocht mijn vader aan de oevers van de Waal.
In die oorlog, waar mensen mensen doodden, zag mijn vader het duister.
Mensen werden opgepakt. Vervolgd. Omdat ze geen ‘wij’ waren, maar ‘zij’.

Mensen werden vermoord. Uitgeroeid. Louter om wie ze waren.

Mensen kwamen in verzet, bestreden de onmenselijkheid.
Zij moesten hun moed met de dood bekopen.

Wij gedenken hen allen met het diepste respect.

Al jong kende ik hun geschiedenis.
Door de verhalen van mijn vader.
Door de verhalen van de geallieerden die vochten voor ons, een ander volk, in een ander land.

Het maakte diepe indruk.
Op 16-jarige leeftijd keek ik om mij heen.
De Tweede Wereldoorlog was over.
Maar voor veel overlevenden ging de oorlog door.
Velen voelen nog iedere dag het duister.
Ik besefte: de strijd voor rechtvaardigheid is nooit over.
De strijd voor vrijheid begint elke dag opnieuw.
In jezelf.
En in de samenleving.
Ik vroeg mijzelf: ‘‘Peter, miljoenen mensen is ’n keuze ontnomen.
Jij hebt wel een keuze.
Wat ga jij doen met je leven?
Wat ga jij doen om de wereld beter te maken?’’

Ik besloot te dienen.
Omdat ik geloof dat in dienen de sleutel ligt.
Wie dient, denkt niet alleen in ‘ik’.
Wie dient, denkt niet alleen in ‘zij’. Wie dient, denkt ook in ‘wij’.
Daar begint de overwinning op het onrecht. Want vrijheid, gelijkheid en rechtvaardigheid, een betere wereld, die maak je samen.
Ook mijn zoon besloot te dienen.
Wat was ik trots.
Hij sneuvelde.
Voor een ander volk.
In een ander land.
Vijf jaar en zestien dagen geleden.

Het waren duistere dagen.
Wat heb je aan idealen, wat heb je aan die betere wereld morgen, als je er vandaag je zoon aan verliest?
Dat zijn de vragen die ook ik mijzelf stelde.
Twee weken na zijn dood stond ik hier op De Dam. Het was 4 mei 2008. Een moeilijk, confronterend moment.
Maar ook een bewuste keuze.
Dit monument, gewijd aan de nagedachtenis van alle Nederlandse oorlogsslachtoffers, maar ook de saamhorigheid hier op De Dam en in het land, het hielp mij.
4 Mei hielp mij koers te houden in die duistere dagen waarin dienen zo’n pijn deed.
Ik hoop dat 4 mei ons allen helpt koers te houden. Niet alleen vandaag. Maar ook de driehonderd-vier-en-zestig dagen erna.
Ik hoop dat de nagedachtenis en saamhorigheid van 4 mei ons helpt om in tijden van ‘ik’, het ‘wij’ terug te vinden. Want niet vanuit het ‘ik’ en het ‘zij’, maar vanuit het ‘wij’, ontstaan de goede dingen.
Dat heeft de geschiedenis ons geleerd.
Dat moeten wij blijven herdenken.
Dat moeten wij blijven afspreken.
Met onszelf. En met elkaar.


XXXXXXXXXX

Afbeelding

XXXXXXXXXX

------------------------------------
De vergeten geschiedenis levend maken
Rudy Boekholt, Den Haag - Zuid-Holland

Belangstelling voor de Indische zaak en begrip voor het gezamenlijk oorlogsverleden. Dat is wat het Indisch Monument in Den Haag wil bewerkstelligen. Meer dan veertig jaar na dato, dat wel. Rudy Boekholt (1926-2011) is bij de totstandkoming van het monument betrokken. Zelf noemt hij zich een zondagskind. Met zijn Indisch-Nederlandse ouders woont hij op Java als de oorlog uitbreekt. Met veel geluk komt hij er ongeschonden doorheen. In 1946 vertrekt hij naar Nederland. Daar volgt hij een militaire loopbaan en wordt hij uiteindelijk benoemd tot adjudant in buitengewone dienst van de Koningin, een functie voor het leven.

door Anita van Stel

De oorlog in Nederlands-Indië
"Na de Japanse invasie op Java capituleerde Nederlands-Indië op 9 maart 1942. De Japanners namen hun intrek in gebouwen in Batavia. Veel Nederlandse mannen werden als krijgsgevangene afgevoerd naar kampen. Wij kregen als Indische Nederlanders een identiteitsbewijs waar op stond: 'blanda peranakan', Indo-Europeaan. Daarmee mocht je buiten de kampen verblijven. Indo-Europese jongeren die blijk gaven van hun Nederlandse sympathieën, werden door de Japanners als bedreiging gezien. Wij mochten niet vergeten dat we Indonesisch bloed hadden en dat we bij Japan hoorden, zo werd ons verteld. Vervolgens kreeg je de vraag of je bereid was samen te werken met het Japanse en het Indonesische volk. Mijn antwoord, en ook van mijn twee broers, was overtuigd 'anti'. Wij wisten dat we daarmee de kans liepen opgepakt te worden door de politie. De Japanners probeerden ons te indoctrineren, zonder succes. Op een dag in augustus vertelden zij dat de oorlog afgelopen was en dat we vrij waren."

Onderdrukkers worden beschermers
"Na de Japanse capitulatie was de oorlog voor ons nog niet voorbij. Indonesische extremisten uitten openlijk hun haat tegen de Indo-Europeanen. Ze moordden en plunderden. Als in de kampong op de tong-tong (holle boomstam) werd geslagen en we de aanvalskreet 'bersiap' hoorden, wisten wij dat ze op weg waren naar de Nederlandse wijken. De Japanners kregen na de capitulatie de opdracht de kampen te beschermen tegen deze aanvallen. Een vreemde zaak, want de gehate onderdrukkers waren zo ineens onze beschermers. Met de komst van de Nederlandse militairen, begin 1946, keerden orde, gezag en veiligheid terug in Batavia. Zij waren onze echte bevrijders."

Integratie verliep geruisloos
"Terug naar school viel niet mee na de wilde jaren ervoor. Ik wilde in militaire dienst. Mijn vader vond dat ik in Nederland mijn HBS moest afmaken. Op 5 juli 1946 vertrok ik naar Nederland. In de jaren erna repatrieerden in totaal 300.000 Indische Nederlanders. Veel van deze repatrianten kregen een kille en koude ontvangst. Ze werden niet alleen geconfronteerd met klimatologische en culturele verschillen, maar ook met onbegrip, desinteresse en zelfs een denigrerende houding. Veel Nederlanders bleken volkomen onwetend over hun verre overzeese rijksdeel en over hoe wij daar leefden. De integratie van de Indische migrantengroep verliep geruisloos en vlekkeloos, maar dat lag niet aan de Nederlandse samenleving. De Indische migranten hebben dit zelf gepresteerd, ondanks het verborgen verdriet, de trauma's en de wettelijke achterstelling."

Militaire loopbaan
"Ik paste me snel aan en voelde me gauw weer 'senang'. Ik kreeg verkering met mijn overbuurmeisje in Den Haag en met haar ben ik later getrouwd. Met de Koninklijke Militaire Academie startte mijn militaire loopbaan, die me op veel andere plaatsen in de wereld heeft gebracht: in Korea en van 1962 tot 1965 in Suriname. Via allerlei leidinggevende functies werd ik in 1983 benoemd tot adjudant in buitengewone dienst van H.M. de Koningin, een functie voor het leven. Na beëindiging van mijn actieve militaire carrière werd ik in 1987 gevraagd voor de functie van commandant van het Koninklijk Tehuis voor oud-militairen in Bronbeek. Dat heb ik van 1988 tot 1991 met veel plezier gedaan. In die tijd kwam ik veel met Indische organisaties in aanraking. Veel veteranen en Indische organisaties hielden hun reünies op Bronbeek. Er kwam een reüniecentrum en diverse monumenten werden opgericht. Door alle activiteiten vervulde Bronbeek een brugfunctie tussen de groepen Indië-veteranen en de Indische Nederlanders."

Confrontatie met vergeten oorlogsleed
"In 1984 woonde ik de emotionele Junyo Maru* herdenking bij. Het was mijn eerste directe confrontatie met het vergeten oorlogsleed van Indische mensen. Ik besloot op die dag me in te gaan zetten voor de Indische zaak. Op 15 augustus 1970 was er een herdenking geweest van 25 jaar bevrijding van de Japanse overheersing. Het was de bedoeling eenmalig het einde van de oorlog in Azië te herdenken, maar er bleek grote behoefte aan meer herdenkingen en bijeenkomsten. In 1980 was er weer een herdenking.Twintig Indische organisaties zegden hun medewerking toe en besloten de Stichting Herdenking 15 augustus 1945 in het leven te roepen. De herdenking van 1980 kreeg veel publieke belangstelling. Ook Koningin Beatrix en Prins Claus waren aanwezig. In de jaren erna volgden bescheiden herdenkingen overal in het land. In 1985 vond weer een grote bijeenkomst in Den Haag plaats. Toen hebben twee voormalige geïnterneerden een bronzen gedenkplaat onthuld, ter nagedachtenis aan alle gevallenen in Nederlands-Indië en Zuidoost-Azië tijdens de Tweede Wereldoorlog. Deze gedenkplaat kreeg een plaats in de Tweede Kamer. Ik vind het mooi dat de Kamerleden er elke dag langs moeten lopen."

Gezamenlijk verleden
"In 1985 werd ik voorzitter van de Stichting Herdenking 15 augustus 1945. Een van onze doelstellingen was bij de Nederlandse gemeenschap belangstelling te wekken voor de Indische zaak. De koloniale periode was voor veel Nederlanders immers een zwarte bladzijde in de geschiedenis, die zo snel mogelijk vergeten moest worden. Wij wilden deze geschiedenis juist benoemen om begrip te kweken voor ons gezamenlijke verleden. Nederlandse oorlogsorganisaties bezochten onze herdenkingsbijeenkomsten steeds vaker. Ze noemden ons 'zusters en broeders in het leed'. Zij waren er verbaasd over dat er pas veertig jaar later enige aandacht ontstond voor het Indische oorlogsverleden."

Het Indisch Monument
"Begin 1986 namen Verhey, oud-verzetstrijder en wethouder in Amsterdam en Samkalden, burgemeester van Amsterdam, het initiatief om een Indisch monument op te richten. Samkalden had in verschillende Japanse kampen gevangen gezeten. Zij kregen steun van veel Indische organisaties en prominenten. Gezamenlijk definieerden we de betekenis van het monument: 'dat op nationale schaal aandacht wordt geschonken aan de oorlog in de jaren 1942-1945 in de meest ruime zin.' Het monument herinnert aan álle gevallenen en allen die hebben geleden onder de bezetting: militairen, mensen in en buiten de kampen, het Indisch verzet, de Indonesische bevolking en in het bijzonder de honderdduizenden Indonesische dwangarbeiders of romusha's. Op 15 augustus 1988 heeft Koningin Beatrix het monument onthuld. Het is een ontwerp van beeldhouwster Jaroslawa Dankowa. Haar beeldengroep van zeventien bronzen mannen, vrouwen en kinderen symboliseert het lijden, met als tekst op het voetstuk '8 december 1941-15 augustus 1945, De geest overwint, Tweede Wereldoorlog Nederlands-Indië'. Sindsdien wordt de jaarlijkse herdenking op 15 augustus bij het Indisch Monument gehouden."

* De Junyo Maru is een Japans transportschip dat voor de westkust van Sumatra ter hoogte van Bengkulu op 18 september 1944 werd getorpedeerd door de Britse onderzeeër HMS Tradewind. Aan boord bevonden zich 6500 Nederlandse, Engelse, Australische en Amerikaanse krijgsgevangenen en Indonesische dwangarbeiders. Bij deze grootste ramp uit de maritieme geschiedenis kwamen 5620 opvarenden om.

Rudy Boekhol (Zutphen, Walburg Pers, 2004).

XXXXXXXXXX

Dit is het varhaal van Herman Roman van Schaik..

We Hebben in 1950 samen in Hollandia-Haven..

 Op Nieuw-Guinea gezeten,

Herman noemden we Toen Doppey....

Hij woonde In Barak 21 ""De Vrijgezel""

en ik in Barak 23 "'De Goede Hoop""

Wat ik me nog goed kon herinneren, was dat op avond we problemen

hadden met de Kainezen.. en wij in opmars naar hun kainezenkamp..

en Doppey liep naast mij met een Schop..."'Ik vroeg hem waarvoor dese..??""

Hij antwoorde;"' Gelijk begraven"" Doppey in optimaForm...

 HEB HET VAN AB TEN HAVE.

Simuleer thuis het leven aan boord van een oorlogsschip!

Het is mogelijk om thuis het leven aan boord van een oorlogsschip te simuleren! Dit is speciaal voor diegenen die eenmaal thuis, helemaal uit hun ritme en er trouwde omgeving raken.  Of voor de partners, familie en vrienden thuis, die graag willen ervaren hoe het leven aan boord van Hare Majesteit schepen is. 

Voordat je aanvangt met deze simulatie dien je alle ramen van je huis dicht te timmeren, zodat er geen daglicht meer naar binnenkomt. Zorg dat je partner, je vrienden en familie buiten blijven. Communiceer in het vervolg alleen nog maar met hen via e-mail, waarvan 10% niet aankomt of niet verstuurd wordt, of per post, die na een maand bezorgd wordt. Omring jezelf met mensen die je niet zelf uit zou kiezen om mee om te gaan of aan wie je gewoon een hekel hebt. Neem een groot aantal, zodat je gemiddeld 1 persoon per vierkante meter hebt. Aanbevolen personen zijn: zij die veel en hard scheten laten, kettingrokers, mensen die alleen maar klagen, alcoholisten, mensen die nooit of zelden douchen en/of hun tanden poetsen, mensen die alleen over zichzelf praten en mensen die ontzettend hard snurken.

Verwijder je tv.  en radio en zeg je krantenabonnement af,  zodat je geen benul meer hebt wat er in de wereld gebeurt. Laat echter wel je buurman eens per maand een verouderde krant en suffe tijdschriften brengen. Verwijder al je foto´s, schilderijen, planten, leuke decoraties en mooie meubels. Zorg dat alle leidingen en bedradingen in je huis aan de buitenkant van de muren lopen. Geef alles een grijze kleur. Gebruik een speciale verf die vanzelf oplost zodat je na een maand weer alles kan verven. Geef alle deuren en muren een nummer. Maak lijntekeningen van alle gas en waterleidingen en elektriciteitskabels. Hang in elke kamer een kopie van de bouwtekening van je huis. Spoel de eerste drie dagen het toilet niet door om de geur te simuleren van 40 man die het toilet gebruiken. Zorg daarna dagelijks dat het toilet verstopt is en overspoeld. Hang eens in de week een briefje op de deur met de tekst: "het sewage systeem is tijdelijk buiten gebruik". Het geeft niet wanneer je te laat bent om dit op te hangen of vergeet het briefje weg tehalen.

Verhoog de poten van je bed zodanig dat je bed tot 40 cm onder het plafond staat. Haal de matras eruit en vervang deze door een rubber matje van 5 cm dikte. Leg 2 lakens op het bed die 2x zo groot zijn als het bed. De lakens moeten diverse ondefinieerbare vlekken bevatten. Leg er een wollen deken over die te klein is voor het bed en ontzettend kriebelt. Neem een te dik hoofdkussen en stop dit in een te kleine sloop. Hang een gordijn voor je bed en leg er een dood beest onder om de stank te simuleren van de voeten van je hutgenoten. Werk 18 uur per dag, slaap op willekeurige ogenblikken van de dag gemiddeld 6 uur. Zorg dat je minstens 8x gestoord wordt in je slaap. Laat een huisgenoot regelmatig het gordijn opentrekken en met een zaklantaarn in je gezicht schijnen met de mededeling: "sorry, verkeerde." Als het koud is buiten zet je het slaapkamerraam wijd open. Is het warm buiten, zet dan de verwarming op maximaal. Zet een blender of mixer de hele dag aan om het geluid van machines te simuleren. Zet continu de stofzuiger aan om de airco te simuleren. Laat bouwvakkers 's-nachts aan het werk gaan in je huis. Laat 24 uur per dag overal TL verlichting branden, overdag wit licht en ´s -nachts rood licht.

 

Knip wekelijks je haar. Zorg ervoor dat het bij elke knipbeurt steeds korter geknipt wordt, tot dat je geen haar meer overhoudt. Zorg dat een van je huisgenoten je elke week vertelt dat je naar de kapper moet, of het nou nodig is of niet. Laat je eten bereiden door mensen die nog nooit eerder gekookt hebben. Zorg ervoor dat ze veel vette producten gebruiken en te veel of te weinig zout en kruiden. Schep van dit eten meer op dan je kunt eten, en werk het zo snel mogelijk naar binnen. Eet alleen fruit voor of nadat het rijp is. Voorkom te allen tijden variatie in de menu´s. Drink koffie van het goedkoopste merk. Gebruik de helft of het dubbele van de benodigde hoeveelheid bij het zetten van de koffie. Gebruik een oude sok als filter. Drink de koffie niet voordat dit 3 uur oud is. Sta elke dag even voor middernacht op om twee belegde boterhammen, een zak chips twee koppen koffie en een blikje cola te nuttigen. Leer de gebruiksaanwijzingen van al je apparatuur in huis uit je hoofd. Laat diverse huisgenoten kwalificeren voor het gebruik van je apparatuur en noem ze naar hun nieuwe functie, zoals magnetron gebruiker, wasmachinetechnicus, telefonist, brievenbusbeheerder.

Sla eens per week met een hamer tegen je hoofd of schenen om de waterkeringen en uitsteeksels aan boord te simuleren. Stofzuig 2x per dag, leeg de vuilnisbak 3x per dag, ook als deze eigenlijk al leeg is. Maak wekelijks je huis van boven tot onder schoon. Aangezien je geen ziekenhuis kan bezoeken moet je zoveel mogelijk paracetamol in huis hebben. Helpt dit echt niet, bestudeer dan een antiek EHBO boek en verzin zelf een andere oplossing. Was één keer in de week al je kleren op 90 graden, met een vingerhoed aan wasmiddel en een kilo bleekmiddel. Gooi 10% van je kleren in de vuilnisbak en stop willekeurige kledingstukken van je buurman tussen je eigen was. Gebruik geen wasdroger, maar maak een natte hoop van je gewassen kleren en leg die pas de volgende dag te drogen op je bed. Ga ´s -nachts met een verrekijker op het dak van je huis staan.

 Hou al het verkeer rond je huis goed in de gaten. Komt er een auto binnen twee kilometer van je huis, bel dan je buurman wakker en vertel hem hierover. Dreigt er een auto binnen 100 meter van je huis te komen, ren dan naar beneden, roep heel hard "ROOD SLUITEN!", sluit alle ramen en deuren en sluit jezelf op in de kelder. Trek elk weekend je mooiste kleren aan en ga daarmee naar de vetste achterbuurt van de stad. Ga de meest louche bar in en bestel hun duurste bier. Drink hiervan zoveel je kunt binnen 4 uur tijd. Bestel vervolgens een taxi om je via de langste omweg thuis te laten brengen. Geef de chauffeur een vette fooi ook al heeft hij een dubbele prijs berekend. Versier je garage met TL verlichting en campingtafels en hang je waslijn daar op. Nodig vervolgens in je garage de volgende personen uit: de burgemeester, de gemeenteraad, de bingoclub van het lokale bejaardentehuis, de vereniging voor anonieme alleenstaande alcoholdrinkende moeders en de ik-vind-mijzelf-belangrijk-en-ik-praat-daar-graag-over club.

 Trek een clownspak aan en probeer deze mensen 5 uur lang te vermaken. Gooi regelmatig de kat in de vijver en roep dan heel hard: "MAN VERBOORD OVER STUURBOORD!". Ren vervolgens de keuken in en smijt alle potten, pannen, borden en bekers op de grond. Roep naar het dichtstbijzijnde kind dat het een mongool is omdat hij niet alles zeevast heeft gezet. Nodig regelmatig nieuwe mensen uit in je huis. Geef ze een dik schrift waarin ze een verhaal moeten schrijven en waarin ze van iedereen een handtekening moeten hebben. Gooi regelmatig de schriften weg zodat ze opnieuw mogen beginnen. Laat ze alle klusjes doen waar je zelf geen zin in hebt en geef ze de schuld van alles wat misgaat. Haal wekelijks je grasmachine uit elkaar en inspecteer elk onderdeel. Loop 4 uur lang rondjes om je auto en controleer elke kwartier de bandendruk. Begin bij alles wat je zegt met het woord "Vraag" of "Melding" of "Opdracht". Plan een weekendje uit naar een stad in het buitenland. Koop 50 autokaarten met de weg daar naartoe. Kleur vervolgens de route in op de kaarten. Maak van de kaarten nog eens 10 kopieën en kleur deze ook in. Koop daarna het duurste autonavigatiesysteem en gebruik deze niet. Koop een kindermaat bivakmuts, een paar skihandschoenen en een overal. Leg deze minstens 1 week tussen de vuile was. Trek vervolgens deze dingen de hele dag aan, loop doelloos door het huis heen en hou je af en toe plotseling ergens aan vast onder het luidkeels roepen van "DEKKEN, DEKKEN, DEKKEN!". Zoek de saaiste oorlogsfilm uit die er is, trek dezelfde bivakmuts, overal en skihandschoenen aan, ga op een klein krukje voor de tv zitten en start de film. Schrijf vervolgens van minuut tot minuut op wat er in de film gebeurt en noem dit een narratieve. Breng je auto naar de garage voor een grondige, langdurige en kostbare onderhoudsbeurt.

 

 

Ga er vervolgens mee op vakantie. Kijk niet vreemd op als halverwege de reis je auto uit elkaar valt. Laat dezelfde automonteur naar je vakantieadres overvliegen om je auto weer te repareren. Boek een jaar van tevoren een vliegvakantie van een maand naar de Caribbean. Zeg de vakantie een dag voor vertrek plotseling af een neem een last minute voor een vakantie van zes maanden in Afghanistan. Roep vanuit het raam naar willekeurige voorbijgangers en vraag hoe ze heten, wat hun bijnaam is, waar ze naartoe gaan, waar ze vandaan komen, waar ze wonen, wat ze in hun zakken hebben, uit welk land ze komen, wat hun paspoort nummer en sofi-nummer is, hoe zwaar ze wegen en hoe lang ze zijn. Willen ze geen antwoord geven of weten ze op een van de vragen geen antwoord te geven,  trek dan een camouflagepak aan, pak een honkbalknuppel, sla hen tegen de grond, fouilleer hen en geef hun gegevens door aan de politie.

Nodig 40 buitenlanders uit, bij voorkeur Engelsen of Belgen. Laat hen vervolgens door het huis lopen en plotseling overal kranen openzetten, stekkers uit stopcontacten trekken, het licht uitdoen, ramen openzetten en deuren op slot doen. Accepteer vervolgens dat ze commentaar hebben op wat je doet, zegt, denkt, op wat je wel (en niet) aan hebt en hoe vies je huis wel niet is. Speel met je collega´s een willekeurig kaartspel, waarbij je wel geld op het spel zet. Laat halverwege het spel alle spelers hun kaarten tonen vanwege een no-play situatie. Speel vervolgens het spel verder alsof er niets gebeurd is en verlies daarbij al je geld.  

Deze simulatie dient minimaal 3 maanden achtereen te duren. De exacte einddatum van de simulatie zal tenminste 5x veranderen. Wanneer de laatste dag plotseling is aangekomen nodig je jouw partner, je vrienden en familie uit om buiten het huis op je te wachten. Vervolgens blijf je nog 6 uur lang vanaf het balkon naar ze staan kijken omdat je net die dag de wacht hebt. O ja.en vergeet het bedrijf niet af te zetten en reewacht te praaien als het reewacht-brandpiket is ingedeeld.   



                      

                 




XXXXXXXXX

Generaal Mart de Kruiff.
 
Generaal Mart de Kruiff beweert; "Landmacht
is nog nooit zo goed als nu". Wat een dromer is
die man! Want zelfs legertjes van ontwikkelings-
landen hebben tanks en artillerie.   Wij hebben
geen tanks, summier wat artillerie, brandbare
uniformen uit China en een paar  oude helikop-
ters. Wij zijn niet eens in staat om troepen naar
risico gebieden als Mali van helikopters te voor-
zien. Trouwens is dat niet dezelfde man die zegt
dat moeilijk opvoedbare jeugd bij Defensie stage
moesten lopen. En och, die bewering van "gevechts-
ervaring" in Irak en Afghanistan,  de landmacht is
daar inderdaad geweest. Is er nu werkelijk niemand
die de generaal wakker maakt, hem uit zijn droom-
wereld helpt en voorkomt dat hij het Nederlandse
publiek ongevraagd van valse informaties voorziet.
 
                                                        A. M. Hermans.
                                                                

XXXXXXXXXX

ONZE HETE HANGIJZER...!!!!

 

29 januari in de buurt van Rijswijk 
 
 

Een draag insigne die niemand wilde ?? En wie word er om advies gevraagd Een Molukker ? Een Piloot op eenzame hoogte ? En een linkse schutter op 500 meter ?? (Kees kommer en kwel ) vraag het eens aan een BBE er
 
 
 
 
Vind ik leuk ·  · Delen
  •  
    Wil WiegerinkMpc Qua Patet Orbis en 6 anderen vinden dit leuk.
  •  
    John Hordijk ik ben nou koude oorlog veteraan.waarvan akte
     
  •  
    John Bruininga Geen enkele NUKUBU kan dat tegen spreken..!!
     
  •  
    John Bruininga Heb net op de TV gezien over Indiè.. nou Hollanders , die daar hebben gevochten...maak je borst maar nat...bijna allemaal zijn het Oorlogsmisdadigers, en dat maken mensen van deze tijd uit..En waar het omgaat..staat buiten schot..!!Nu nog Nieuw-Guinea...Nederland wordt eng...
     
  •  
    John Bruininga De duizenden veteranen hoeven niets van de hen in de schoenen geschoven fouten te leren. Wie wel iets moeten leren zijn degenen die nog niet eens geboren waren, of te jong waren, om met hun schoenen door de modder in een volkomen vreemd land te lopen en die nu zogenaamd (links) politiek-correct met indianenverhalen de laatste levensjaren van veteranen willen vergallen, dit alles ter wille van eigen gewin en glorie.
    In íédere oorlog vinden verschrikkingen plaats, maar gelet op de omstandigheden en de tijd waarin, hoeven Indië-veteranen zich niets te verwijten. Wij achten ons, na alles wat wij in de afgelopen jaren hierover schreven, nu ontslagen om daarop en op de inhoud van de artikelen nog eens uitvoerig in te gaan. Minister Hillen heeft terecht de subsidieaanvraag geweigerd, omdat de relatie tussen Nederland en Indonesië gebaat is bij de wederzijdse waardering bij het zoeken naar wat ons bindt en niet bij het ophalen van pijnlijke herinneringen. De verbetering van de relatie begint immers niet met het onderzoek naar wat er allemaal is misgegaan.
     
  •  
    Rob Barlage Wijze woorden , John!
     
  •  
    John Bruininga Rob, deze wijze woorden komen niet van mij zij komen van de Site... maar ik kan ze ook hebben bedach. want ook ik ben een Indië-Veteraan...En bij het bekijken op de TV.. voelde ik me wel bedrogen, verraden en genaaid, door de mening van degenen die nog niet eens waren geboren, en dit terwille van eigen gewin en Kijkcijfers......Rob, mijn hart Huil..!!En ik kan me best voorstellen hoe de jongens van De BBE zich voelen...!QPO..!!
    VOOR MIJ ZIJN HET VETERANEN...!!!
     

Bericht: Bericht: Alex Bal
16 uur • Bewerkt
HORMAT Paatje John Bruininga!! EER AAN ONZE DETA-JONGENS VAN TOEN
DE JONGENS VAN 1 POP 50 PER DAG.
Een fragment uit het boek 'Ons leven in Nieuw-Guinea'
(www.alexbal.jouwweb.nl)
Op de foto sobat Paatje John Bruininga...
Lees verder
foto van Alex Bal.
foto van Alex Bal.
Vind ik leukVind ik leuk •  • Delen
Bekeken door 68
Rinus Isken, Ben Sigarlaki en 13 anderen vinden dit leuk.

Francis Knip-van Den Dungen Bille Mijn zwager Leo van Lommel was ook van de Deta jongens.
15 uur • Vind ik niet meer leuk • 1

John Bruininga Hormat..!!! Aan Alle Deta-Boys Nfl1,50.......
HORMAT Paatje John Bruininga!! EER AAN ONZE DETA-JONGENS VAN TOEN
DE JONGENS VAN 1 POP 50 PER DAG.
Een fragment uit het boek 'Ons leven in Nieuw-Guinea'
(www.alexbal.jouwweb.nl)
Op de foto sobat Paatje John Bruininga
DETA
Het begon op 27 december 1949, bij de overdracht van Neder-lands Indië aan de ‘Republik Indonesia Serikat’, waarbij de Residentie Nieuw Guinea werd uitgezonderd. Het Gouvernement van Nieuw Guinea werd geproclameerd, Nieuw Guinea bleef onder Nederlands bestuur. Een flinke ommekeer in de geschiedenis van Nederland Indië.
Proclamatie
Ingezetenen van Nieuw Guinea!
Ingevolge de besluiten ter Ronde Tafel Conferentie genomen, zal op deze dag aan de Republiek Indonesia Serikat de soevereiniteit over Indonesia worden overgedragen, met uitzondering van de voormalige Residentie Nieuw Guinea.
Vanaf deze dag zijt gij allen ingezetenen van het Gouvernement Nieuw Guinea, alwaar het algemeen bestuur zal worden uitgeoefend door den Gouverneur in naam van onze geëerbiedigde Koningin.
Smeken wij den Allerhoogste zijn zegen te schenken aan dit land en bidden wij dat hij ons onder de leiding van Hare Majesteit Koningin Juliana moge voeren naar voorspoed en vrede.
Hollandia 27 december 1049
De waarnemend Gouverneur van
Nieuw Guinea
Was getekend: J.P.K. van Eechoud
In verband hiermee werden 1012 Indische jongens uit Nederlands-Indië geworven om als contractant voor de duur van een jaar in Nieuw Guinea te gaan werken, met de mogelijkheid om na dat jaar in dat land te blijven of te vertrekken.
Dit werd gerealiseerd. Ruim 1000 contractanten, die de bersiaptijd hadden meegemaakt, meldden zich aan, 70% tekenden een contract bij de DETA (Dienst Economische en Techniche Aangelegenheden) en de rest bij de Genie.
Hun motieven waren uiteraard: hun sterke drang naar vrijheid en veiligheid.
Een jaar later kwamen zelfs zo’n 30 Indische meisjes uit Indonesië naar Nieuw Guinea. Het verschil in aantal met de ruim 700 jongens was dus groot. (Die verhouding werd ook voor mij, die een jaar later in 1951 als vluchteling in Manokwari aankwam, duidelijk herkenbaar.)
Deze DETA-jongens en meisje werden opgevangen en startten in Hollandia. Later zwermden ze uit naar andere plaatsen.
Deze groep is belangrijk geweest bij de start van de ontwikkeling van Nieuw Guinea. Zij mogen beslist niet vergeten en verzwegen worden. Zij verdienen veel respect van iedereen, die toen of later, ook de Baru’s (uit Nederland uitgezonden krachten met uitste-kende contracten en opvang in voor hen klaarstaande woningen.) in Nieuw Guinea kwamen
De DETA-jongens en meisjes, gemakkelijk vanuit slechte omstandigheden te charteren, moesten doen met een schijntje. Het was hard werken tegen een loontje van wat velen van ons nog duidt met ‘1 pop 50’. Een groot contrast met die van de Baru’s, die veelal later in een wat meer ontwikkeld land kwamen.
De DETA-Boys, zoals ze ook wel genoemd worden, behoorden in feite tot de groep na de al eerder daarheen getrokken/gevluchte, veelal Indische Nederlanders en uit Indonesië weggetrokken bevolkingsgroepen met een ander Indonesische oorsprong dan de Javanen.
De groep die voor of rond de DETA-jongens naar Nieuw Guinea gingen kwamen in zeer primitieve omstandigheden in een nog primitief land terecht. De Papoeabevolking leefde nog dicht bij de natuur met hun eigen cultuur en leefomstandigheden, die nog dicht tegen het stenen tijdperk aan lag.
De nog oudere groep behoorde tot de groep
Tot de oudere groep nieuwkomers, de pioniers, behoorden o.a. een groep Indische Nederlanders, in feite Indo-Europeanen met een Duitse naam, die alleen al daarom in Nederland, zo net na de oorlog tegen de Duitsers, niet welkom waren.
En tot de nog oudere groep behoorden de uit Indische Nederlanders en Hollanders bestaande S.I.K.N.G.-kolonisten, die zich in de Vogelkop rondom Manokwari vestigden. S.I.K.N.G. ( Stichting Immigratie en Kolonisatie Nieuw Guinea) is een afsplitsing van de in 1926 opgerichte vereniging V.K.N.G. (Vereniging Kolonisatie Nieuw Guinea).
Door slechte voorbereidingen en maatregelingen tegen malaria mislukte de missie van de V.K.N.G. Maar ook het feit dat de kolonisten, conform een oude nog geldende Wet, de grond die ze bewerkten niet mochten bezitten vormde een groot struikelblok.
DETA
Het Gouvernement van Nieuw-Guinea, het Militair Commando Nieuw Guinea hebben in hun ‘Arbeidsovereenkomst voor van buiten Nieuw Guinea afkomstige werkkrachten voor de Deta-jongens zeer strenge regels in de artikelen vastgesteld.
Dit lezende doet me sterk denken aan bijna ontoelaatbare regels. Zeker gezien vanuit de tijd waarin we nu leven heeft dit veel weg van misbruik maken van de situatie waarin de kandidaat-contractanten zich bevonden. De zeer slechte politieke omstandigheden waarin zij leefden, boden de kandidaten weinig keuze. Voor Nederland loste dat juist veel op. Ten eerste: de jongens hoefden niet naar Nederland worden gebracht, opgevangen en begeleid, ten tweede: de jongens waren eenvoudig te ronselen tegen een dagloontje van f1,50 per dag (ja, u leest het goed: per dag!).
In de wandelgangen hoorde ik mensen hebben over een toen ‘moderne vorm van slavernij’.
Een onpartijdig terugblik in de tijd zal dit ook bevestigen. Zeker dat gezien tegen het licht van de veel betere contracten die de Baru’s, die later naar Nieuw-Guinea werden uitgezonden, kregen. Een lichte vorm van ‘moderne slavernij’ kan daaruit wellicht toch worden geconstateerd, om het maar voorzichtig uit te drukken.
Het was in Indonesië onder de Indische Nederlanders al alge-meen bekend dat zij door het Nederlands Indische Gouvernement als tweederangs Nederlands burger werden beschouwd.
Binnen de Nederlands Indische gemeenschap van toen, waar ook ik toe behoor, was alom bekend dat de Hollanders ons niet als ‘landgenoten’ beschouwden, maar ‘Indonesiërs’. Dat, terwijl de Indonesiërs ons beslist niet tot hun volk rekenden.
Opvallend was ook, dat voor het DETA-project geen Hollanders uit Nederland werden geronseld.
Een compleet overzicht van de artikelen van het contract wil ik de lezers besparen. Voor geïnteresseerden is dit uiteraard op internet te vinden op o.a. http://blog.londoh.com.
Enkele artikelen wil ik best vermelden:
Artikel 5.
Ingaande de dag, waarop de werknemer op de plaats, waar hij zal worden tewerkgesteld, is aangekomen, zal hem over elke dag, waarop door hem daadwerkelijk dienst is gedaan, een dagloon worden uitbetaald ten bedrage van f 1,50 Indonesische Courant.
Artikel 6.
Boven het in artikel 5 genoemde dagloon zal de werknemer genieten vrije voeding, vrije huisvesting in kampverband en vrije medische verzorging. Indien de werknemer de wens daartoe te kennen geeft, kan de werkgever, doch zulks uitsluitend te zijner beoordeling, toestaan, dat den werknemer in stede van vrije voeding en vrije huisvesting de tegenwaarde daarvan wordt uitbetaald, een en ander te berekenen overeenkomstig de plaatselijke daarvoor getroffen of nog te treffen loonregelingen.
Artikel 12.
De werknemer verbindt zich, naar beste kunnen te zullen medewerken aan het scheppen en onderhouden van een goede geest, zowel op het werk als in het kamp.
Artikel 14.
De werknemer verbindt zich, indien de werkgever zulks noodzakelijk acht, ten behoeve van door de werkgever aan te wijzen derden werkzaamheden te verrichten; een en ander met dien verstande, dat op de aldus verrichte werkzaamheden de bepalingen dezer overeenkomst onverminderd van kracht blijven.

Een Indisch man vertelt...

Herinneringen aan Bali

Door Anne-Lot Hoek

Charles Destree

Charles Destree

Esbly, augustus 2013. In een klein dorpje vlak buiten Parijs woont oud-verzetsman Charles Destrée (86). Op tafel bij de gepensioneerde graficus staat een grote doos die hij speciaal van zolder heeft gehaald en waar met pen ‘Indonesië’ op is geschreven.

Het is Destrée’s archief van zijn jaren als oorlogsvrijwilliger in Nederlands-Indië tijdens de onafhankelijkheidsoorlog. Hij ging er in 1946 met de boot naartoe en keerde in 1948 terug in Nederland, waarna hij meteen naar Frankrijk vertrok. Tegenwoordig houdt hij zich vooral bezig met het uitwerken van omstreden theorieën over ons koningshuis. De doos puilt uit met legerbadges, emblemen, gedenkboeken en schetsen die hij als legertekenaar maakte. Er is zelfs een brief van prins Bernhard als dankbetuiging voor zijn inspanningen in het verzet. In een van zijn fotoalbums staan niet eerder gepubliceerde gruwelijke foto’s. We zien gedode Indonesiërs die op een rij liggen, eentje met een kapot geschoten gezicht. Daaromheen staan kampongbewoners. Op een andere foto is een gevangene te zien die wordt weggevoerd, een Nederlandse KNIL-soldaat loopt ernaast. Achterop een van de foto’s is te lezen: ‘Bali. Foto’s van onbekende herkomst. Represailles?’ In een van zijn brieven naar het thuisfront beschrijft Destrée wat er op de foto’s is te zien: oorlogsmisdaden gepleegd door Nederlanders.

Nederlandse militairen in Indonesië

Nederlandse militairen in Indonesië

Het is een opmerkelijke ontdekking. Nooit eerder kwam in Nederland iets naar buiten over oorlogsmisdaden op Bali. Een wetenschappelijke publicatie uit 1995 van de Canadese historicus Geoffrey Robinson waarin werd stilgestaan bij deze donkere episode (zie nawoord) wekte geen enkele beroering.  

Vrij Nederland sprak met Destrée, en ook met oud-KNIL-sergeant Feddy Poeteray en Koninklijke Landmacht-veteraan Goos Blok. Die laatsten bevestigen dat er misdaden zijn gepleegd op Bali en deden er zelf aan mee. Deze nieuwe onthullingen komen voor de Nederlandse regering op een pijnlijk moment, want volgende week gaat premier Rutte op handelsmissie naar Indonesië. Onlangs maakte de Nederlandse overheid nog excuses voor de misstanden in Zuid-Sulawesi, maar van een uitgebreid wetenschappelijk onderzoek wil Rutte niets weten. ‘De geschiedenis loopt zoals die loopt,’ zei hij. Partijgenoot Han ten Broek vond zelfs dat ‘de doos van Pandora’ maar beter gesloten kan blijven.

Maar het is de vraag hoe lang die doos nog gesloten kán blijven. De Volkskrant kwam in de zomer van 2012 met publicaties van vermeende standrechtelijke executies bij het Zuid-Sumatraanse dorpje Gedong Tataan, waarna NRC volgde met een bekentenis van een veteraan dat de misdaad door Nederlanders was gepleegd. Trouw kwam afgelopen september met de onthulling dat verzetsheld Jan Vermeulen, in de jaren 1946-1948 van de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog onderluitenant van de commandant van de Speciale Troepen Raymond Westerling, meer dan duizend man standrechtelijk executeerde. Nu blijkt dat zich ook op Bali van alles heeft afgespeeld wat het daglicht niet kan verdragen.

Vol idealen

Charles Destrée maakte op het eiland Bali onderdeel uit van het 4e (later 8e) Bataljon van het Regiment Stoottroepen en ging aan de slag als chauffeur én als tekenaar voor de militaire voorlichtingsdienst. Hij zat vol idealen. ‘Wij wilden de mensen van de extremisten bevrijden, net zoals wij door de Canadezen waren bevrijd. We kwamen om de mensen te helpen.’ Uit zijn brieven naar huis, die hij heeft bewaard, blijkt dat hij het prima naar zijn zin had: ‘Ik ga bijna dagelijks met de filmwagen naar het strand en blijf daar dan de hele dag. Ik zwem, klets, teken en lig daar wat te lezen, half in de schaduw onder de klappers.’ Van de strijd met de Indonesische ‘extremisten’ die in de bergen zaten, kreeg hij af en toe wat mee als hij meeging op patrouille: ‘Erg dapper zijn die extremisten niet. Ze schieten een tijdje, maar als we te dichtbij komen lopen ze hard weg.’

Na een verblijf van een paar maanden op Bali begonnen Destrée en zijn strijdmakkers steeds meer overeenkomsten te zien tussen de Nederlandse militairen in Indonesië en de situatie in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog. In zijn brieven naar huis vergeleek hij de Balinezen die met de Hollanders samenwerkten met NSB’ers: ‘Ze helpen de Hollanders en dus zijn ze goed, is de mening. Maar de Indonesiërs vechten voor hun onafhankelijkheid, net als het verzet in Holland dat deed.’ En ook: ‘Moffen die huizen in brand staken, beriepen zich als rechtvaardiging op Befehl ist Befehl. Maar als onze jongens een kampong in brand steken, hoe is het dan? Is er wel recht te vinden, behalve het recht van de sterkste?’

Destrée en veel van zijn strijdmakkers waren polderjongens uit de Kop van Noord-Holland, zonder enige tropenervaring. Ze wisten niets van de binnenlandse verhoudingen en begrepen weinig van de oorlog waarin ze waren beland. De manschappen die onderdeel uitmaakten van het Koninklijk Nederlands Indisch Leger (KNIL), dat al sinds jaar en dag werd ingezet om opstanden tegen het Nederlands gezag de kop in te drukken, behoorden tot een heel ander slag. Voor hen was Nederlands-Indië meer dan een kolonie, het was hun land en hun thuis dat met hand en tand verdedigd moest worden. Op Bali was de KNIL-eenheid Gadja Merah gelegerd, ofwel de ‘Rode Olifant Brigade’. Die bestond vooral uit getraumatiseerde voormalige krijgsgevangenen die aan de beruchte Birmese spoorlijn hadden gewerkt en meteen na afloop van de oorlog de wapenen moesten oppakken. De olifant werd bij de spoorlijn ingezet om zware boomstammen te verslepen, de kleur rood stond voor het vele bloed dat daar was vergoten. Alhoewel de mannen lichamelijk en geestelijk ernstig verzwakt waren, wilden de meesten onder hen meevechten. Bijna iedereen had familieleden verloren als gevolg van de gruwelijke slachtpartijen tijdens de Bersiap-tijd, de chaotische maanden na de Tweede Wereldoorlog, toen Indonesische nationalisten moordend en plunderend rondgingen en duizenden slachtoffers maakten onder vooral Indische Nederlanders. De Gadja Merah-eenheden, waar behalve de voormalige krijgsgevangenen ook Molukse militairen dienden, namen hun taak om orde en rust te brengen en het Nederlands-Indië van voor de oorlog weer te doen herrijzen, zeer serieus. Destrée snapte weinig van de KNIL-ers. ‘Voor elke biels een dooie, zeiden die lui over hun tijd aan de Birma spoorlijn.’ Waarmee ze bedoelden dat ze zwaar hadden geleden. ‘En dan kwamen wij met de Hongerwinter en de Gestapo, dat was ook geen pretje. Het boterde dus al meteen niet, we spraken een andere taal.’

Revolutionaire jeugd

Na de landing van de eerste troepen op het strand in maart 1946 – drie maanden voor de komst van Destrée – verwachtte het Nederlandse leger weinig verzet van de Balinezen, zo blijkt uit het onderzoek van Robinson. Maar na een rustige eerste maand begonnen de problemen. Nederlandse officieren rapporteerden: ‘Dit eens zo vredelievende eiland wordt nu getroffen door een terreur van revolutionaire jeugd, wat een totale ontwrichting van het eens zo goed gestructureerde Balinese sociale systeem dreigt te veroorzaken.’ Het leger reageerde onverbiddelijk. Honderden opstandelingen werden doodgeschoten, duizenden gevangen genomen. Wie zich verzette werd neergestoken, onthoofd of met huis en al in brand gezet. Uit ooggetuigenverslagen die Robinson niet in zijn boek opnam, blijkt dat de Nederlanders kampongs in brand staken en de vluchtende bevolking doodschoten.

De Nederlandse legerleiding was vanaf de allereerste schermutselingen verdeeld over de te volgen strategie op Bali. De hoogste militair op het eiland was een zekere kolonel Ter Meulen, die zelf in Duitse werkkampen had gezeten. Hij riep op tot het staken van het geweld omdat hij vond dat er sprake was van ‘nazipraktijken waartegen de beschaafde wereld de afgelopen jaren heeft gevochten’. Hij rapporteerde aan zijn superieuren dat er in de eerste week van april 1946 al 52 Balinezen waren gedood en velen gewond geraakt. Onder de dodelijke slachtoffers bevonden zich ‘veel onbetekenende opstandelingen en zelfs een moeder en een kind die geen enkele relatie hadden tot het verzet’. Maar de oproep van Ter Meulen maakte weinig indruk op zijn onderofficieren, blijkt uit stukken die Vrij Nederland inzag bij het Nationale Archief. KNIL-kapitein Van Oldenborgh liet het hoofdkantoor in Denpasar weten dat er harde klappen aan de vijand moesten worden toegebracht en wel ‘met álle beschikbare middelen’. Bij de acties moest volgens Van Oldenborgh het doel steeds zijn ‘dat we de tegenpartij verliezen willen toebrengen’. Hij stelde voor gebruik te maken van Piper Cub- en B-25-gevechtsvliegtuigen. ‘Vooral het laatste vliegtuig heeft door zijn snelheid en bewapening een enorme morele indruk.’

Sadistisch

De vliegtuigen werden inderdaad ingezet, doorzeefde dorpen waren het gevolg. In november van dat jaar werden op één enkele dag bijna honderd verzetsstrijders gebombardeerd.

In gevechtssituaties beet het Gadja Merah de spits af. Daarachter kwamen de jongens uit Nederland. Die schrokken van de felheid van de KNIL-militairen. Destrée schreef aan zijn ouders: ‘Zij gaan ervoor door een heel grote smoel te hebben en als ze met velen zijn, er hard en wreed op in te gaan. Gevangenen worden door hen vaak lelijk mishandeld. Als excuses wordt aangevoerd dat hun vrouwen en dochters door de extremisten verkracht worden.’

Gadja Merah

Gadja Merah

Ook een strijdmakker van Destrée die met VN sprak maar anoniem wil blijven, had moeite met het harde optreden van de KNIL-eenheid. ‘Ik vond ze sadistisch. Mensen werden zwaar mishandeld tijdens de verhoren. Ik heb een keer bijna een vent van de inlichtingendienst doodgeschoten. Die was zo hard op een groep gevangenen aan het inslaan dat ik het niet meer kon aanzien.’ Er waren ook Stoottroepers die bewondering hadden voor de Gadja Merah. Oud-Stoottroeper Karel Keuls, die samen met Destrée op Bali diende, laat VN weten dat hij ze ‘fantastische kerels’ vond die ‘een rotte oorlog moesten vechten tegen de guerrilla’s’. Zij knapten volgens Keuls het echte werk op.

Op een dag kwam een stel ‘Stooters’ naar Destrée toe, of hij mee wilde ‘lijken kijken’. Ze zeiden: ‘Joh Charles, er zijn een hoop doden gemaakt.’ Maar Destrée ging niet mee. Dat was niets voor hem. ‘Later heb ik van één van de jongens de foto’s gekregen die ik nu nog in mijn fotoalbum heb.’ In een brief aan zijn ouders schreef hij: ‘Tabanan, 8 oktober 1946: Laatst was er een gevecht met de extremisten, vijftig kilometer hier vandaan. Acht Balinezen lieten er het leven en vier Jappen. Het stond vast dat de bevolking de extremisten gevoed had. De twaalf doden werden op een rijtje gelegd en de kampongbewoners werden gedwongen naar de verminkte lijken te kijken. Wat denkt men hier nu mee te bereiken?’

Na zeventig jaar is Destrée nog steeds verontwaardigd: ‘Het is toch van je reinste krankzinnigheid? Nederlandse militairen schoten extremisten ter plekke dood in een kampong. Hun familieleden, vrouwen en kinderen stonden er noodgedwongen omheen. De dorpelingen werden gestraft omdat ze die extremisten te eten gaven.’ Destrée was destijds geschokt door de gebeurtenissen, maar hij stelde geen vragen aan zijn meerderen. ‘Ik voelde me medeverantwoordelijk dat Nederlanders dit soort dingen deden. Maar je moest eten en drinken en slapen en je dienst doen. De legerleiding was ervan op de hoogte, ik ging ervan uit dat die actie zou ondernemen, maar dat gebeurde dus niet.’

In zijn bil geschoten

Er werd op Bali ook gemarteld tijdens de verhoren van de militaire inlichtingendienst. Koninklijke Landmacht-veteraan en gepensioneerd leraar Goos Blok was een van de mensen die meededen aan de martelpraktijken tijdens die verhoren. VN spreekt hem thuis in zijn studeervertrek, waar hij ook de lessen Nederlands en Engels voorbereidt die hij twee keer per week aan nieuwe immigranten geeft. Blok kwam in december 1947, anderhalf jaar na Destrée, aan op Bali. Op de boot had hij Maleis geleerd. Daarom werd hij bij de inlichtingendienst ingedeeld en belandde hij op de buitenpost Mengwi, waar hij werd omringd met KNIL’ers van de Gadja Merah. Op zijn eerste dag zag hij hoe collega’s een Balinees bewerkten met een waterslang. ‘Die werd zo bij die man in zijn keel geduwd en met water gevuld.’ Al snel deed Blok zelf ook mee. Hij sloeg gevangenen in elkaar, zette ze in de brandende zon en gebruikte de stroom van een veldtelefoon om ze te martelen. ‘Ik gaf ze de elektroden van de telefoon in hun hand en dan draaide ik zodat elektriciteit werd opgewekt. En dan zaten zij te trillen.’ In de buitenpost waar Blok zat, heerste ondanks de gruweldaden onderling een bijna gemoedelijke sfeer. Angst voor aanvallen van extremisten was er niet. Blok en zijn mannen gingen af en toe op patrouille om verzetsstrijders of dubbelspionnen op te pakken. Op een van die tochten werd een burger die op de vlucht was geslagen, in zijn bil geschoten. Hij bleef gewond in een kloof vastzitten. De officier van de groep zei tegen Blok: ‘Schiet hem maar dood. ’t Is zo lastig voor het Rode Kruis om hem uit de kloof te halen.’ Blok weigerde. Toen een ander het wel deed, hield hij zijn mond. Blok: ‘In het rapport stond: op de vlucht doodgeschoten. Schandalig! Zeker toen bleek dat zijn verzetsdaad eruit bestond dat hij had geweigerd belasting te betalen. Daar heb ik nu last van. Ik had die man moeten beschermen.’

Wraakgevoelens

Oud-Gadja-Merah-sergeant Feddy Poeteray (90) beaamt dat er geweld werd gebruikt, ook het soort incidenten dat Destrée beschreef in zijn brieven en dat te zien is op de foto’s. ‘Wij hadden maar één taak gekregen van generaal Spoor en koningin Wilhelmina, en dat was de kolonie beschermen. Dat daarbij onschuldige burgerslachtoffers vielen, was niet te voorkomen.’ Poeterays huis ademt de sfeer van het oude Indië: hij opent de deur in een gebatikte kamerjas en de rijst voor de lunch staat al op. In de boekenkast staan zwart-witfoto’s van voorouders, een rode olifant en zijn Gadja Merah-emblemen. Poeteray had net als veel van zijn medestrijders zware ontberingen geleden aan de Birmese spoorlijn. Bij hem speelden wraakgevoelens een grote rol. Zijn oma en tante waren tijdens de Bersiap-tijd verminkt, vermoord en in een put gesmeten. ‘Wij waren enorm gemotiveerd om te vechten. Dat vrijheidsstreven vonden we gezeur. Het moest snel afgelopen zijn daarmee.’

Poeteray, Destrée en hun eenheden werden na hun verblijf op Bali overgeplaatst naar Sumatra, waar Poeteray bij de inlichtingendienst terecht kwam. Ook daar ging het er hard aan toe. Maar in tegenstelling tot Blok heeft Poeteray terugkijkend geen medelijden met de slachtoffers. Het waren volgens hem vaak dubbelspionnen die de Nederlanders verraadden. ‘Die weerloze en slecht bewapende jongens uit Holland werden gefolterd en in de rivier gegooid. Ik heb de lichamen gezien, met afgehakte benen, uitgestoken ogen, afgesneden schaamdelen. De daders moest je direct opruimen, dat waren de orders die we kregen vanuit het hoofdkwartier in Palembang. Ik zei dan tegen zo’n vent: “Ga maar even plassen” en dan schoot ik hem van achter in zijn nek en dan viel hij meteen dood neer.’ Het doodschieten van een kleine jongen die in opdracht van zijn vader een brug had opgeblazen, ging ook Poeteray te ver. ‘Mijn Hollandse sergeant gaf me opdracht het bibberende jongetje dood te schieten, maar ik weigerde en liep weg.’ Later zag hij tot zijn ontsteltenis dat het kind alsnog was gedood. ‘Wat wist hij nou van die oorlog. Het was een rottijd. Maar als je zei: “Ik word soldaat”, dan moest je de consequenties dragen. Inclusief de wreedheden van beide kanten. Dat hoort bij een oorlog.’ Wrang is dat Poeteray na aankomst in Nederland net als veel van zijn medestrijders aan de kant werd gezet door de overheid en zelfs jarenlang heeft moeten vechten om zijn Nederlanderschap te bewijzen.

Goos Blok schaamt zich nog steeds voor zijn optreden van destijds. In de jaren tachtig ging hij met zijn vrouw naar Bali om in een plaatselijke kerk excuses te maken voor wat hij de bevolking had aangedaan. Hij oogstte daarmee groot applaus, maar tot echte opluchting leidde het bezoek niet. ‘Ik blijf het onbegrijpelijk vinden hoe ik ooit aan zoiets heb kunnen meedoen.’

Voor Charles Destrée, die juist trots is op zijn tijd in Indonesië – ‘we hebben wel degelijk mensen kunnen helpen’ – is het belangrijk dat deze feiten na zeventig jaar alsnog aan het licht komen. ‘Er zijn daar op Bali misdaden tegen de menselijkheid gepleegd. En de Nederlandse staat moet daar verantwoording over afleggen.’
x

Nawoord
De Canadese historicus Geoffrey Robinson schreef in 1995 The Dark Side of Paradise: Political Violence in Bali, dat nooit in Nederland werd gepubliceerd. Hij staat uitgebreid stil bij de strijd tussen de Nederlanders en de Indonesiërs in de jaren 1946-1949. Uit zijn onderzoek bleek dat het vele geweld op Bali – ook na de onafhankelijkheid – zijn oorsprong vond in het racistische en onderdrukkende koloniale systeem van de Nederlanders. Uit onvrede daarover zetten goed opgeleide Balinezen een eigen verzetsbeweging op. Robinson: ‘De grote vergissing van de Nederlanders was dat ze dachten alleen te vechten tegen de “extremisten” van Java en dat de Balinese bevolking wel aan hun kant zou staan.’

Tweeduizend Balinezen vonden de dood tijdens de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd op Bali. Robinson sprak voor zijn boek als eerste met Balinese ooggetuigen van de Nederlandse moordpartijen, maar ook met Nederlandse officieren. Verder raadpleegde hij onze archieven. Hij is verheugd dat de discussie over de vuile oorlog in Indonesië nu opnieuw wordt gevoerd. ‘Toen ik mijn onderzoek deed, was de sfeer hier heel defensief. Historici waren helemaal niet geïnteresseerd in negatieve verhalen over Nederlands optreden in de voormalige kolonie.’ Er is hier tot zijn verbazing weinig aandacht voor deze zwarte bladzijde en er is nooit geld vrijgemaakt voor een groot onderzoek.

 

Dit artikel werd eerder gepubliceerd in Vrij Nederland, 13 november 2013.